Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- expeditie:
-
Wiktionary:
- expeditie → expedición
- expeditie → expedición
Dutch
Detailed Translations for expeditie from Dutch to Spanish
expeditie:
-
de expeditie (verkenningstocht)
la expedición -
de expeditie (reis; trektocht; mars; toer; tocht; rit)
Translation Matrix for expeditie:
Noun | Related Translations | Other Translations |
excursión | expeditie; mars; reis; rit; tocht; toer; trektocht | dagreis; dagtocht; excursie; gang; reis; rit; ronde; tocht; tochtje; toer; toertje; tournee; trip; uitje; uitstapje |
expedición | expeditie; verkenningstocht | afgifte; aflevering; afstaan; afzenden; bezorging; geleverde; leverantie; levering; overdracht; posten; speurtocht; uitlevering; verkenning; versturen; verzenden; verzending; wegsturen; zoektocht |
pasaje | expeditie; mars; reis; rit; tocht; toer; trektocht | corridor; doorgang; doorloop; gang; gangpad; overtocht; overvaart; pasje; passage; passus; zeereis |
viaje | expeditie; mars; reis; rit; tocht; toer; trektocht | dagtocht; excursie; reis; tochtje; toertje; trip; uitje; uitstapje |
Related Words for "expeditie":
Wiktionary Translations for expeditie:
expeditie
Cross Translation:
noun
-
verzending van goederen
- expeditie → expedición
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• expeditie | → expedición | ↔ expedition — An important enterprise, implying a change of place |