Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. extra:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for extra from Dutch to Spanish

extra:


Translation Matrix for extra:

NounRelated TranslationsOther Translations
extra toegift
- meer
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- aanvullend; meer
ModifierRelated TranslationsOther Translations
adicional extra; toegevoegd bij het hoofdfeit komende; bijkomend
extra extra; toegevoegd
extraordinario extra; toegevoegd apart; barbaars; beestachtig; bijzonder; bizar; bruut; buitengemeen; buitengewoon; buitenissig; buitensporig; curieus; eigenaardig; enig; enig in zijn soort; excentriek; excessief; extreem; fenomenaal; heel erg; hogelijk; hoogst; inhumaan; legendarisch; merkwaardig; miraculeus; monsterlijk; niet gewend; ongemeen; ongewoon; onmenselijk; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; opzienbarend; raar; schaars; ten zeerste; typisch; uitermate; uiterst; uitzonderlijk; uitzonderlijke; uniek; verbazend; verbazingwekkend; verbijsterend; verwonderend; verwonderingwekkend; verwonderlijk; vreemd; wonderbaar; wonderbaarlijk; wonderlijk; wreed; zeer; zeerste; zelden; zeldzaam; zonderling

Synonyms for "extra":


Antonyms for "extra":


Related Definitions for "extra":

  1. onverwacht en anders dan normaal1
    • we krijgen af en toe een extraatje van de baas1
  2. nog iets erbij, een grotere hoeveelheid dan gewoonlijk1
    • hij kreeg extra zakgeld1

Wiktionary Translations for extra:


Cross Translation:
FromToVia
extra auxiliar auxiliary — supplementary or subsidiary
extra propina perquisite — gratuity
extra adicional additionnel — Qui est ajouté.
extra adicional supplémentaire — Qui sert de supplément, qui s’ajouter.

Related Translations for extra