Summary


Dutch

Detailed Translations for fasen from Dutch to Spanish

fase:

fase [de ~ (v)] noun

  1. de fase (ontwikkelingsfase; stadium)
    la fase; la etapa en el dearrollo; el período; la etapa
  2. de fase (ontwikkelingsstadium; stadium)
  3. de fase
    la fase
  4. de fase (werkstroomfase)

Translation Matrix for fase:

NounRelated TranslationsOther Translations
estadio de evolución fase; ontwikkelingsstadium; stadium
etapa fase; ontwikkelingsfase; stadium etappe; parcoursetappe; ronde; tochtje; toertje; tournee; trip; uitje; uitstapje
etapa en el dearrollo fase; ontwikkelingsfase; stadium
fase fase; ontwikkelingsfase; stadium; werkstroomfase etappe; parcoursetappe; schijngestalte
fase de desarrollo fase; ontwikkelingsstadium; stadium
período fase; ontwikkelingsfase; stadium epoch; epoche; era; etappe; interim; menstruatie; ongesteldheid; parcoursetappe; periode; poosje; termijn; tijd; tijdperk; tijdruimte; tijdsbestek; tijdsbestek van een uur; tijdsduur; tijdsgewricht; tijdsruimte; tijdsverloop; tijdvak; tussenpoos; tussentijd; uur
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
fase de flujo de trabajo fase; werkstroomfase

Related Words for "fase":

  • fasen, fases

Wiktionary Translations for fase:

fase
noun
  1. periode als onderdeel van een langere ontwikkeling

Cross Translation:
FromToVia
fase fase phase — distinguishable part of a sequence
fase fase phase — états successifs