Noun | Related Translations | Other Translations |
brillo
|
flakkering; flikkering; geflikker; schijn; schittering
|
fonkelen; fonkeling; geglinster; getintel; glans; glanslaag; glanzen; glimmen; glitter; gloed; levenslicht; licht verspreiden; luister; praal; pracht; pronk; schijn; schijnen; schijnsel; schitteren; schittering; sprankelen; straling; tinteling; voorwending
|
chispeo
|
flakkering; flikkering; geflikker; schijn; schittering
|
fonkelen; fonkeling; geglinster; glitter; schittering; sprankelen
|
destello
|
flakkering; flikkering; geflikker; schijn; schittering
|
bliksem; bliksemflits; bliksemschicht; bliksemslag; flits; flonkering; getintel; glans; luister; schicht; schitteren; sprankeltje; sterretje; tinteling; vonkje
|
luz
|
flakkering; flikkering; geflikker; schijn; schittering
|
helderheid; klaarheid; lamp; lantaarn; levenslicht; lichtje; lichtsterkte; verlichtingstoestel; vuurtje
|
resplandor
|
flakkering; flikkering; geflikker; schijn; schittering
|
fonkeling; gefonkel; geglinster; glans; glanslaag; glinstering; glitter; gloed; klatergoud; levenslicht; luister; praal; pracht; pronk; schijn; schijnsel; schitteren; straling; voorwending
|
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
brillo
|
|
helderheid
|