Noun | Related Translations | Other Translations |
notable
|
|
notabel; notabele
|
saliente
|
|
aftekenen; rand; richel; uitsteeksel
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
característico
|
frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend
|
apart; beschrijvend; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; dwaas; eigenaardig; excentriek; gek; karakteriserend; karakteristiek; kenmerkend; kenschetsend; maf; mal; merkwaardig; ongewoon; tekenend; typerend; typisch; vreemd; zonderling
|
curioso
|
frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend
|
achterlijk; apart; benieuwd; bezienswaardig; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; dwaas; eigenaardig; excentriek; gek; geschift; gestoord; het aanzien waard; idioot; idioterig; informatorisch; karakteristiek; kenmerkend; kijkgraag; kijklustig; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; merkwaardig; mesjogge; niet goed snik; nieuwsgierig; ongewoon; stupide; tekenend; typerend; typisch; vreemd; weetgierig; zonderling; zot
|
destacado
|
frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend
|
aanzienlijk; adelijk; befaamd; beroemd; beter dan de rest; betoverend; chic; deftig; dominant; doorluchtig; eerbiedwaardig; elegant; esthetisch; geacht; gedistingeerd; geprononceerd; geraffineerd; gewichtig; gezaghebbend; hooggeplaatst; hooggezeten; hoogverheven; illuster; intelligent; leidend; luisterrijk; maatgevend; magnifiek; markant; modieuze verfijning; noemenswaardig; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; pienter; plechtig; plechtstatig; prachtig; prominent; royaal; schitterend; schrander; sierlijk; smaakvol; statig; stijlvol; toonaangevend; uitblinkend; uitgesproken; verfijnd; verheven; vermeldenswaard; vermeldenswaardig; vooraan; vooraanstaand; vooraanstaande; voorin; voornaam; voorop; vorstelijk; waardig; zeer plechtig
|
llamativo
|
frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend
|
aandachttrekkend; bloeiend; bont; bontgekleurd; fleurig; geprononceerd; hooggekleurd; kleurig; markant; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; opschepperig; opzichtig; protsend; protserig; schreeuwerig; uitgesproken
|
notable
|
frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; befaamd; behoorlijk; beslist; besluitvaardig; danig; dapper; deftig; duchtig; eerbiedwekkend; enorm; fier; flink; fors; geacht; gedecideerd; gedistingeerd; heldhaftig; heroïsch; hooggeplaatst; hooggezeten; indrukwekkend; kloek; kordaat; majestueus; moedig; nobel; noemenswaardig; onverschrokken; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; prominent; resoluut; royaal; statig; stoer; stout; stoutmoedig; toepasselijk; treffend; trots; vastberaden; vermeldenswaard; vermeldenswaardig; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam; vorstelijk
|
saliente
|
frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; substantieel
|
típico
|
frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend
|
apart; beschrijvend; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; dwaas; eigenaardig; excentriek; gek; karakteriserend; karakteristiek; kenmerkend; kenschetsend; maf; mal; merkwaardig; ongewoon; tekenend; typerend; typisch; vreemd; zonderling
|