Dutch
Detailed Translations for garen from Dutch to Spanish
garen:
-
het garen (rijgsnoer; draad)
-
het garen (draad; hechtdraad)
-
het garen
Translation Matrix for garen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
cordoncillo | draad; garen; rijgsnoer | |
cordón | draad; garen; rijgsnoer | afzetlint; boordsel; galon; kordon; lint; omzoming; oplegsel; passement; politielint; schoenveter; veter |
cuerda | draad; garen; hechtdraad; rijgsnoer | gezichtsrimpel; koord; koordje; rimpel; snaar; touw; touwtje; trekkoord |
fibra | draad; garen; rijgsnoer | elektrische geleiding; fiber; geleiding; lichaamsvezel; vezel; vezeldraad; vezeltje; vulcaniet |
hebra | draad; garen; rijgsnoer | lichaamsvezel; vezel |
hilo | draad; garen; hechtdraad; rijgsnoer | elektriciteitsdraad; flikdraad; lichaamsvezel; rijgdraad; snoer; snoertje; stopwol; verstelgaren; vezel |
nervio | draad; garen; rijgsnoer | ader; doping; elektrische geleiding; geleiding; nerf; pep; pepmiddel; zenuw |