Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- geblokt:
- blokken:
-
Wiktionary:
- geblokt → a cuadros, de cuadros, cuadriculado
- blokken → repetir
Dutch
Detailed Translations for geblokt from Dutch to Spanish
geblokt:
-
geblokt
Translation Matrix for geblokt:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
a cuadros | geblokt | geruit; ruiten |
ajedrezado | geblokt | geruit |
Wiktionary Translations for geblokt:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• geblokt | → a cuadros; de cuadros; cuadriculado | ↔ kariert — mit Kästchen, Karos versehen, gewürfelt |
blokken:
-
blokken (hard studeren; hengsten)
-
blokken (studeren; leren)
estudiar; aprender; seguir estudios; amarrar; seguir una carrera; capacitarse para; cursar-
estudiar verb
-
aprender verb
-
seguir estudios verb
-
amarrar verb
-
seguir una carrera verb
-
capacitarse para verb
-
cursar verb
-
Conjugations for blokken:
o.t.t.
- blok
- blokt
- blokt
- blokken
- blokken
- blokken
o.v.t.
- blokte
- blokte
- blokte
- blokten
- blokten
- blokten
v.t.t.
- heb geblokt
- hebt geblokt
- heeft geblokt
- hebben geblokt
- hebben geblokt
- hebben geblokt
v.v.t.
- had geblokt
- had geblokt
- had geblokt
- hadden geblokt
- hadden geblokt
- hadden geblokt
o.t.t.t.
- zal blokken
- zult blokken
- zal blokken
- zullen blokken
- zullen blokken
- zullen blokken
o.v.t.t.
- zou blokken
- zou blokken
- zou blokken
- zouden blokken
- zouden blokken
- zouden blokken
diversen
- blok!
- blokt!
- geblokt
- blokkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de blokken (hakblokken)
el polipastos