Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. gegevens:
  2. gegeven:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gegevens from Dutch to Spanish

gegevens:

gegevens [de ~] noun, plural

  1. de gegevens (data)
    el datos

Translation Matrix for gegevens:

NounRelated TranslationsOther Translations
datos data; gegevens

Related Words for "gegevens":


Wiktionary Translations for gegevens:


Cross Translation:
FromToVia
gegevens datos data — plural of datum

gegeven:

gegeven adj

  1. gegeven (overhandigd)

gegeven [het ~] noun

  1. het gegeven (bekend feit)
    el dato; la especificación; la especificaciones; el hecho; la indicaciones

Translation Matrix for gegeven:

NounRelated TranslationsOther Translations
dato bekend feit; gegeven feit; informatie; kennisoverdracht
especificaciones bekend feit; gegeven
especificación bekend feit; gegeven descriptie; lijst; lijst van gegevens; nadere beschrijving; omschrijving; opgaaf; opgave; overzicht; signalement; specificatie; staat; staatje; uitbeelding
hecho bekend feit; gegeven evenement; feit; gebeurtenis; incident; voorval
indicaciones bekend feit; gegeven aanwijzingen; indicaties
- feit
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
- data
ModifierRelated TranslationsOther Translations
entregado gegeven; overhandigd
hecho af; beëindigd; gaar; gecreëerd; gedaan; gemaakt; gereed; geschapen; klaar; moe; vermoeid; volbracht
hecho entrega gegeven; overhandigd

Related Words for "gegeven":


Synonyms for "gegeven":


Related Definitions for "gegeven":

  1. wat bekend is of wat je weet1
    • als ik alle gegevens heb, schrijf ik een rapport1
  2. bepaald1
    • op een gegeven ogenblik had ik er genoeg van1
  3. onderwerp van een boek1
    • het gegeven dat centraal staat is dat van de liefde1

Wiktionary Translations for gegeven:


Cross Translation:
FromToVia
gegeven dato data — information
gegeven elemento element — law: component of a cause of action

Related Translations for gegevens