Noun | Related Translations | Other Translations |
agitación
|
gedraaf; gehaast; gehol; gejaag; gejacht; gejakker
|
agitatie; beroering; deining; drukte; gedoe; gedrang; geharrewar; gejaagdheid; gewoel; herrie; kabaal; lawaai; leven; omhaal; ongedurigheid; onrust; onrustigheid; ophef; oproer; opruiing; opschudding; opstand; opstootje; opzien; rel; rep; roerigheid; rumoer; schommeling; sensatie; spektakel; stress; toeloop; toevloed; turbulentie; verwarring; volksoproer; vuistgevecht; werveling; wiegeling; zeegang
|
ajetreo
|
gedraaf; gehaast; gehol; gejaag; gejacht; gejakker
|
drukte; gedoe; gedrang; getob; heisa; krakeel; omhaal; rompslomp; toeloop; toevloed; veel gedoe
|
apremiamiento
|
gedraaf; gehaast; gehol; gejaag; gejacht; gejakker
|
|
carrera
|
gedraaf; gehaast; gehol; gejaag; gejacht; gejakker
|
concours; cursus; draven; ervaring; gedraaf; geren; hardloopwedstrijd; hardloperij; kursus; leergang; loop; partij; pot; praktijk; race; rennen; routine; strijd; studie; wedloop; wedloop van hardlopers; wedren; wedstrijd
|
de prisa
|
|
gehaastheid; haast; haastigheid; ijl; overijling; spoed
|
galopada
|
gedraaf; gehaast; gehol; gejaag; gejacht; gejakker
|
draven; galop; galoppade; gedraaf; snelle gang
|
precipitación
|
gedraaf; gehaast; gehol; gejaag; gejacht; gejakker
|
bespoediging; overhaasting; verhaasting; voorbarigheid
|
trote
|
gedraaf; gehaast; gehol; gejaag; gejacht; gejakker
|
draven; gedraaf
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
acuciado
|
gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig
|
|
agitado
|
gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig
|
bewogen; bezet; druk; drukbezet; geagiteerd; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; hard; hardop; hectisch; heftig; joelend; levendig; luid; onbeheerst; ongedurig; onrustig; onstuimig; roerig; rusteloos; schreeuwend; turbulent; veelbewogen; verhit; woelig
|
apresurado
|
gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig
|
gauw; haastig; ijlings; in allerijl; inderhaast; onbedacht; onberaden; onbesuisd; ondoordacht; onnadenkend; opgefokt; opgehitst; overhaast; overijld; voorbarig
|
aprisa
|
gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig
|
flitsend; gauw; haastig; hip; ijlings; rap; snel; trendy; vlot; vlug
|
con prisa
|
gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig
|
|
de prisa
|
gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig
|
flitsend; haastend; hip; in alle haast; in allerijl; inderhaast; rap; snel; trendy; vlot; vlug
|
nervioso
|
gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig
|
dooraderd; geagiteerd; levendig; nerveus; onrustig; verhit; zenuwachtig
|
presuroso
|
gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig
|
|