Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. geleiding:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for geleiding from Dutch to Spanish

geleiding:

geleiding [de ~ (v)] noun

  1. de geleiding (elektrische geleiding)
    el alambre; el tubo; el cable; la fibra; la tubería; el nervio
  2. de geleiding (kabelleiding; kabel; leiding)
    el cable

Translation Matrix for geleiding:

NounRelated TranslationsOther Translations
alambre elektrische geleiding; geleiding draad
cable elektrische geleiding; geleiding; kabel; kabelleiding; leiding elektriciteitsdraad; kabel; kabeltouw; scheepskabel; scheepstouw; snoer; snoertje; tros
fibra elektrische geleiding; geleiding draad; fiber; garen; lichaamsvezel; rijgsnoer; vezel; vezeldraad; vezeltje; vulcaniet
nervio elektrische geleiding; geleiding ader; doping; draad; garen; nerf; pep; pepmiddel; rijgsnoer; zenuw
tubería elektrische geleiding; geleiding bron; leidingen; pijpleiding; put; waterput; wel
tubo elektrische geleiding; geleiding buis; stortgat; stortkoker; tube

Wiktionary Translations for geleiding:


Cross Translation:
FromToVia
geleiding conductividad conductivity — ability to conduct

Related Translations for geleiding