Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. gerecht:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gerecht from Dutch to Spanish

gerecht:

gerecht [het ~] noun

  1. het gerecht (schotel)
    el plato; la comida; el guiso; el alimento
  2. het gerecht (rechtbank; gerechtshof; tribunaal; hof; balie)
    el juzgado; el tribunal; la instancia judicial
  3. het gerecht (rechtbank)
    el juzgado

Translation Matrix for gerecht:

NounRelated TranslationsOther Translations
alimento gerecht; schotel eten; kost; leeftocht; levensmiddelen; spijziging; voeding; voedsel
comida gerecht; schotel diner; eetwaren; eten; kost; leeftocht; levensmiddelen; maal; maaltijd; proviand; spijs; spijziging; voeding; voedsel
guiso gerecht; schotel
instancia judicial balie; gerecht; gerechtshof; hof; rechtbank; tribunaal gerechtelijke instantie
juzgado balie; gerecht; gerechtshof; hof; rechtbank; tribunaal gerechtelijke instantie; gerechtsgebouw; rechthuis; rechtsgebouw
plato gerecht; schotel bak; bord; eetbord; etensbak; etensbakje; inzet; kleiduif; omhulling; pot; poule; schoolbord; speelgeld
tribunal balie; gerecht; gerechtshof; hof; rechtbank; tribunaal gerechtsgebouw; rechtscollege; rechtsgebouw

Wiktionary Translations for gerecht:


Cross Translation:
FromToVia
gerecht plato course — part of a meal
gerecht plato dish — contents of such a vessel
gerecht plato; platillo dish — specific type of food
gerecht justicia justice — the civil power dealing with law
gerecht corte GerichtOrt zur gesetzlichen Entscheidung von Rechtsstreitigkeiten
gerecht corte Gericht — (staatliches) Organ, dessen Aufgabe es ist, vorgetragene Fälle anzuhören und über sie unter Beachtung der Rechtslage zu entscheiden
gerecht plato GerichtSpeise
gerecht juzgado magistraturedignité, charge de magistrat.
gerecht alimento; plato; manjar nourriturealiment.
gerecht tribunal; juzgado tribunalsiège du juge, du magistrat.

Related Translations for gerecht