Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- gesmeerd:
- smeren:
-
Wiktionary:
- smeren → untar, aceitar, engrasar, lubricar, lubrificar
- smeren → lubricar, aceitar, manchar, untar, embadurnar, aplicar, esparcir, enmantequillar, engrasar, ostentar, extender, estirar, desenvolver, tender
Dutch
Detailed Translations for gesmeerd from Dutch to Spanish
gesmeerd:
-
gesmeerd (ge-olied)
Translation Matrix for gesmeerd:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
engrasado | ge-olied; gesmeerd | geolied |
lubricado | ge-olied; gesmeerd | geolied; geölied |
lubrificado | ge-olied; gesmeerd | geolied; geölied |
gesmeerd form of smeren:
-
smeren (invetten; oliën; inoliën)
aceitar; lubricar; engrasar; encebar; lubrificar-
aceitar verb
-
lubricar verb
-
engrasar verb
-
encebar verb
-
lubrificar verb
-
-
smeren (vertrekken; weggaan; verwijderen; wegtrekken; afreizen; opstappen; wegreizen)
Conjugations for smeren:
o.t.t.
- smeer
- smeert
- smeert
- smeren
- smeren
- smeren
o.v.t.
- smeerde
- smeerde
- smeerde
- smeerden
- smeerden
- smeerden
v.t.t.
- heb gesmeerd
- hebt gesmeerd
- heeft gesmeerd
- hebben gesmeerd
- hebben gesmeerd
- hebben gesmeerd
v.v.t.
- had gesmeerd
- had gesmeerd
- had gesmeerd
- hadden gesmeerd
- hadden gesmeerd
- hadden gesmeerd
o.t.t.t.
- zal smeren
- zult smeren
- zal smeren
- zullen smeren
- zullen smeren
- zullen smeren
o.v.t.t.
- zou smeren
- zou smeren
- zou smeren
- zouden smeren
- zouden smeren
- zouden smeren
en verder
- ben gesmeerd
- bent gesmeerd
- is gesmeerd
- zijn gesmeerd
- zijn gesmeerd
- zijn gesmeerd
diversen
- smeer!
- smeert!
- gesmeerd
- smerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for smeren:
Related Words for "smeren":
Wiktionary Translations for smeren:
smeren
Cross Translation:
verb
-
met een zachte massa bestrijken
- smeren → untar
-
(overgankelijk) met een zachte massa bestrijken
- smeren → aceitar; engrasar; lubricar; lubrificar
-
proberen om te kopen
- smeren → aceitar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• smeren | → lubricar | ↔ lubricate — to make slippery or smooth |
• smeren | → aceitar | ↔ oil — lubricate with oil |
• smeren | → manchar; untar; embadurnar; aplicar | ↔ smear — to spread (a substance) |
• smeren | → esparcir | ↔ spread — to smear, distribute in a thin layer |
• smeren | → enmantequillar | ↔ buttern — Gastronomie: mit Butter bestreichen |
• smeren | → untar; engrasar | ↔ enduire — Traductions à trier suivant le sens |
• smeren | → ostentar; untar; engrasar | ↔ étaler — Traductions à trier suivant le sens. |
• smeren | → extender; estirar; desenvolver; tender | ↔ étendre — Traductions à trier suivant le sens |