Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate gezelligheid

Translate gezelligheid from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

gezelligheid:
- sociabilidad; comodidad; cordialidad
gezellig:
- cómodo; acogedor; hogareño; agradable; sociable
Wiktionary:
- gezellig → sociable, íntimo, acogedor
- gezellig → acogedor, hogareño, gregario, íntimo, cómodo

Dutch

Detailed Translations for gezelligheid from Dutch to Spanish

gezelligheid:

gezelligheid [de ~ (v)] noun

de gezelligheid (gemoedelijkheid; knusheid)
la sociabilidad; la comodidad; la cordialidad
- sociabilidad [la ~] noun
- comodidad [la ~] noun
- cordialidad [la ~] noun

Translation Matrix for gezelligheid:

Related Words for "gezelligheid":

gezellig

gezellig:

gezellig adj

gezellig (knus; huiselijk; knusjes)
cómodo; acogedor; hogareño
- cómodo adj
- acogedor adj
- hogareño adj
gezellig (sociabel; onderhoudend)
agradable; sociable; acogedor
- agradable adj
- sociable adj
- acogedor adj

Translation Matrix for gezellig:

Adjective	Related Translations	Other Translations
-	knus; prettig
Modifier	Related Translations	Other Translations
acogedor	gezellig; huiselijk; knus; knusjes; onderhoudend; sociabel	aangenaam; gastvrij; genoeglijk; herbergzaam; plezierig
agradable	gezellig; onderhoudend; sociabel	aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aardig; aimabel; amusant; attent; attractief; bedaard; behaaglijk; behulpzaam; bekoorlijk; bevallig; charmant; fijn; fraai; gelijkmoedig; genietbaar; genoeglijk; goddelijk; goed ogend; goedaardig; goedhartig; harmonisch; hartelijk; heerlijk; hemels; heugelijk; heuglijk; hulpvaardig; kalm; kalmpjes; knap; lekker; leuk; minnelijk; mooi; onbewogen; onderhoudend; op een aardige manier; paradijselijk; plezant; plezierig; prettig; rustig; sereen; sfeervol; smakelijk; subtiel; te genieten; uitnodigend; verblijdend; verleidelijk; verlokkend; vermakelijk; verrukkelijk; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; welgevallig; zachtaardig; zalig
cómodo	gezellig; huiselijk; knus; knusjes	aangenaam; behaaglijk; comfortabel; eenvoudig; fijn; geestig; geinig; gemakkelijk; geriefelijk; gerieflijk; grappig; handzaam; knus; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; lekker; leuk; licht; lollig; makkelijk; niet moeilijk; plezant; plezierig; prettig; simpel
hogareño	gezellig; huiselijk; knus; knusjes
sociable	gezellig; onderhoudend; sociabel	aangenaam; amicaal; bedaard; comfortabel; gelijkmoedig; gemakkelijk; genoeglijk; geriefelijk; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; onbewogen; plezierig; rustig; sereen; sfeervol; vriendelijke; vriendschappelijk

Related Words for "gezellig":

gezelligheid, gezelliger, gezelligere, gezelligst, gezelligste, gezellige

Synonyms for "gezellig":

knus; prettig

Related Definitions for "gezellig":

wat een aangename sfeer heeft¹
- het was een gezellige avond¹

Wiktionary Translations for gezellig:

gezellig

adjective

sociaal aangenaam
- gezellig → sociable; íntimo
knus
- gezellig → acogedor

Cross Translation:

From	To	Via
• gezellig	→ acogedor	↔ cosy — affording comfort and warmth
• gezellig	→ hogareño; acogedor	↔ cozy — affording comfort and warmth
• gezellig	→ gregario	↔ gregarious — of a person who enjoys being in crowds
• gezellig	→ íntimo; cómodo	↔ intime — profondément intérieur, en parlant surtout de ce qui fait l’essence réelle d’une chose.

External Machine Translations:

¹Muiswerk Woordenboek