Summary
Dutch
Detailed Translations for gezongen from Dutch to Spanish
gezongen:
zingen:
-
zingen
Conjugations for zingen:
o.t.t.
- zing
- zingt
- zingt
- zingen
- zingen
- zingen
o.v.t.
- zong
- zong
- zong
- zongen
- zongen
- zongen
v.t.t.
- heb gezongen
- hebt gezongen
- heeft gezongen
- hebben gezongen
- hebben gezongen
- hebben gezongen
v.v.t.
- had gezongen
- had gezongen
- had gezongen
- hadden gezongen
- hadden gezongen
- hadden gezongen
o.t.t.t.
- zal zingen
- zult zingen
- zal zingen
- zullen zingen
- zullen zingen
- zullen zingen
o.v.t.t.
- zou zingen
- zou zingen
- zou zingen
- zouden zingen
- zouden zingen
- zouden zingen
diversen
- zing!
- zingt!
- gezongen
- zingend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for zingen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
cantar | deuntje; wijsje; zang | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
cantar | zingen | bemerken; doorslaan; kraaien; kwelen; kwetteren; kwinkeleren; opmerken; tjilpen; verklappen; verraden |
escandir | zingen | scanderen |
trinar | zingen | kwelen; kwetteren; kwinkeleren; scanderen; tjilpen |
Related Definitions for "zingen":
Wiktionary Translations for zingen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zingen | → salmodiar | ↔ chant — sing monophonically without instruments |
• zingen | → cantar | ↔ sing — to produce harmonious sounds with one’s voice |
• zingen | → cantar | ↔ singen — ein Lied mit der eigenen Stimme hervorbringen |
• zingen | → cantar | ↔ chanter — i|nocat=1 Former avec la voix une suite de sons variés, selon les règles de la musique |