Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. golf:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for golfen from Dutch to Spanish

golf:

golf [de ~] noun

  1. de golf (roller; breker)
    la onda; la oleada; la ola
  2. de golf (golving; undulatie; ondulatie; golfbeweging; golflijn)
    la ondulación
  3. de golf (vloedgolf)
    el golfo; la bahía

golf [de ~] noun

  1. de golf
    el golfo

Translation Matrix for golf:

NounRelated TranslationsOther Translations
bahía golf; vloedgolf baai; fjord; inham; kreek
golfo golf; vloedgolf kreek; rouwdouwer; ruw iemand; straatjongen; straatkind; vandaal; zeeboezem; zwerfjongere
ola breker; golf; roller zeeboezem
oleada breker; golf; roller getijgolf; toestroom; zeeboezem
onda breker; golf; roller zeeboezem
ondulación golf; golfbeweging; golflijn; golving; ondulatie; undulatie gezichtsrimpel; golven; golving; kronkeling; rimpel
ModifierRelated TranslationsOther Translations
golfo schooierachtig

Related Words for "golf":


Related Definitions for "golf":

  1. grote inham aan de kust1
    • de Golf van Mexico1
  2. het op en neergaan van water of geluid1
    • er waren hoge golven op zee1

Wiktionary Translations for golf:


Cross Translation:
FromToVia
golf golf golf — ball game
golf golfo gulf — geography
golf onda; ola wave — moving disturbance, undulation
golf onda WellePhysik: Art der Energieausbreitung, zum Beispiel des Schalls oder Lichts
golf ola WellePhysik: Erhebung von Wasser; Woge
golf golf golf — golf|fr Jeu en deux camps sur un vaste terrain, accidenté et gazonner, qui consister à lancer d’un point de départ fixe une balle dans un trou au moyen de crosses.
golf ola; onda vague — Masse d’eau agitée

External Machine Translations: