Dutch
Detailed Translations for idealiseer from Dutch to Spanish
idealiseren:
-
idealiseren
Conjugations for idealiseren:
o.t.t.
- idealiseer
- idealiseert
- idealiseert
- idealiseren
- idealiseren
- idealiseren
o.v.t.
- idealiseerde
- idealiseerde
- idealiseerde
- idealiseerden
- idealiseerden
- idealiseerden
v.t.t.
- heb geïdealiseerd
- hebt geïdealiseerd
- heeft geïdealiseerd
- hebben geïdealiseerd
- hebben geïdealiseerd
- hebben geïdealiseerd
v.v.t.
- had geïdealiseerd
- had geïdealiseerd
- had geïdealiseerd
- hadden geïdealiseerd
- hadden geïdealiseerd
- hadden geïdealiseerd
o.t.t.t.
- zal idealiseren
- zult idealiseren
- zal idealiseren
- zullen idealiseren
- zullen idealiseren
- zullen idealiseren
o.v.t.t.
- zou idealiseren
- zou idealiseren
- zou idealiseren
- zouden idealiseren
- zouden idealiseren
- zouden idealiseren
en verder
- is geïdealiseerd
- zijn geïdealiseerd
diversen
- idealiseer!
- idealiseert!
- geïdealiseerd
- idealiserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for idealiseren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
idealizar | idealiseren |
Wiktionary Translations for idealiseren:
idealiseren
verb
-
iets gunstiger of zelfs als ideaal beoordelen
- idealiseren → idealizar