Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. iets aankondigen:


Dutch

Detailed Translations for iets aankondigen from Dutch to Spanish

iets aankondigen:

iets aankondigen verb

  1. iets aankondigen

Translation Matrix for iets aankondigen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
anunciar iets aankondigen aandienen; aangeven; aankondigen; aanschrijven; aantrekken; aanzeggen; adverteren; afkondigen; aflezen; afroepen; annonceren; bekend maken; bekendmaken; declareren; decreteren; in aantocht zijn; informeren; inlichten; kennis geven; konde doen; nieuwsberichten omroepen; omroepen; ontbieden; op de hoogte brengen; openbaar maken; oplezen; oproepen; proclameren; propaganda maken; reclame maken; sommeren; tippen; uitvaardigen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen; werven; zich aandienen; zich voordoen
comunicar iets aankondigen aandienen; aanschrijven; aanzeggen; afkondigen; babbelen; bekendmaken; berichten; bewust maken; communiceren; doorgeven; doorspelen; doorverbinden; doorvertellen; iets melden; informeren; inlichten; kakelen; kennis geven; kennisgeven van; klappen; kletsen; konde doen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; mening kenbaar maken; op de hoogte brengen; overbrengen; praten; proclameren; rondbrieven; rondvertellen; snateren; spreken; tippen; van iets in kennis stellen; verkondigen; verwittigen; waarschuwen; wauwelen; zeggen; zwammen
informar de iets aankondigen aandienen; afkondigen; bekendmaken; berichten; informeren; inlichten; meedelen; melden; op de hoogte brengen; proclameren; rapporteren; tippen; van iets in kennis stellen; verslag uitbrengen; verwittigen; waarschuwen
mencionar iets aankondigen aandienen; benoemen; bestempelen; betitelen; erbij zeggen; gewag maken van; gewagen; in aantocht zijn; informeren; inlichten; melding maken van; noemen; op de hoogte brengen; opnoemen; opsommen; tippen; van iets in kennis stellen; vermelden; verwittigen; waarschuwen; zich aandienen; zich voordoen
presentar iets aankondigen aanbieden; aandienen; aangeven; aanreiken; adviseren; afgeven; blootleggen; etaleren; exposeren; geven; iets aanraden; in aantocht zijn; indienen; influisteren; ingeven; laten zien; offreren; onthullen; ontmaskeren; overgeven; overhandigen; presenteren; raden; souffleren; suggereren; tentoonstellen; toesteken; tonen; uitloven; uitstallen; vertonen; voorleggen; weergeven; zich aandienen; zich voordoen

External Machine Translations:

Related Translations for iets aankondigen