Dutch
Detailed Translations for inkankeren from Dutch to Spanish
inkankeren:
-
inkankeren
supurar; enconarse; ulcerarse; propagarse como un cancer; formar pus-
supurar verb
-
enconarse verb
-
ulcerarse verb
-
formar pus verb
-
Conjugations for inkankeren:
o.t.t.
- kanker in
- kankert in
- kankert in
- kankeren in
- kankeren in
- kankeren in
o.v.t.
- kankerde in
- kankerde in
- kankerde in
- kankerden in
- kankerden in
- kankerden in
v.t.t.
- heb ingekankerd
- hebt ingekankerd
- heeft ingekankerd
- hebben ingekankerd
- hebben ingekankerd
- hebben ingekankerd
v.v.t.
- had ingekankerd
- had ingekankerd
- had ingekankerd
- hadden ingekankerd
- hadden ingekankerd
- hadden ingekankerd
o.t.t.t.
- zal inkankeren
- zult inkankeren
- zal inkankeren
- zullen inkankeren
- zullen inkankeren
- zullen inkankeren
o.v.t.t.
- zou inkankeren
- zou inkankeren
- zou inkankeren
- zouden inkankeren
- zouden inkankeren
- zouden inkankeren
en verder
- is ingekankerd
diversen
- kanker in!
- kankert in!
- ingekankerd
- inkankerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for inkankeren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
enconarse | inkankeren | etteren; vervelend doen |
formar pus | inkankeren | etteren; vervelend doen |
propagarse como un cancer | inkankeren | etteren; vervelend doen |
supurar | inkankeren | etteren; pus afscheiden; vervelend doen |
ulcerarse | inkankeren | etteren; vervelend doen |