Summary


Dutch

Detailed Translations for kamers from Dutch to Spanish

kamers:

kamers [de ~] noun, plural

  1. de kamers (vertrekken)
    el cuartos

Translation Matrix for kamers:

NounRelated TranslationsOther Translations
cuartos kamers; vertrekken

Related Words for "kamers":


kamers form of kamer:

kamer [de ~] noun

  1. de kamer (ruimte in een gebouw; vertrekken; vertrek)
    el cuarto
  2. de kamer (Kamer der Staten-Generaal; kabinet)
    el gabinete; el consejo de ministros

Translation Matrix for kamer:

NounRelated TranslationsOther Translations
consejo de ministros Kamer der Staten-Generaal; kabinet; kamer gezag; gouvernement; kabinet; kabinetsraad; ministerraad; ministerraden; regering
cuarto kamer; ruimte in een gebouw; vertrek; vertrekken grote kamer; kwarto; vierendeel; zaal
gabinete Kamer der Staten-Generaal; kabinet; kamer gezag; gouvernement; kabinet; kabinetkast; regering
- vertrek
OtherRelated TranslationsOther Translations
cuarto vierde

Related Words for "kamer":


Synonyms for "kamer":


Related Definitions for "kamer":

  1. ruimte in gebouw, met vier muren, vloer en plafond1
    • het huis heeft drie kamers1

Wiktionary Translations for kamer:

kamer
noun
  1. deel van een huis

Cross Translation:
FromToVia
kamer cámara chamber — enclosed space
kamer recámara chamber — part of a firearm holding the round before firing
kamer cámara chamber — legislative body
kamer Cámara house — debating chamber for government politicians
kamer espacio; lugar room — space
kamer cuarto; habitación; pieza; sala; recámara room — division in a building
kamer habitación; cuarto; cámara pièce — Partie d’un logement
kamer obra; parche; acta; certificado; acto; trozo; parte piècepartie, portion, morceau d’un tout.
kamer cuarto; habitación; cámara; aula sallepièce d’un bâtiment.