Translate karakters from Dutch to Spanish

Remove Ads

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

karakters:
- letras; caracteres
karakter:
- naturaleza; alma; calidad; carácter; ánimo; constitución; busto; temperamento; índole; conocimiento; propensión; inteligencia; personalidad
Wiktionary:
- karakter → personaje, carácter, letra, naturaleza, índole

Dutch

Detailed Translations for karakters from Dutch to Spanish

karakters:

karakters [de ~] noun, plural

de karakters (letters)
la letras; el caracteres
- letras [la ~] noun
- caracteres [el ~] noun

Translation Matrix for karakters:

Noun	Related Translations	Other Translations
caracteres	karakters; letters	geaardheden; inborsten; lettertekens
letras	karakters; letters	letteren; letterkunde

Related Words for "karakters":

karakter

karakter:

karakter [het ~] noun

het karakter (inborst; mentaliteit; gemoed; natuur; geaardheid; aard; inslag)
la naturaleza; el alma; la calidad; el carácter; el ánimo; la constitución; el busto; el temperamento; la índole
- naturaleza [la ~] noun
- alma [el ~] noun
- calidad [la ~] noun
- carácter [el ~] noun
- ánimo [el ~] noun
- constitución [la ~] noun
- busto [el ~] noun
- temperamento [el ~] noun
- índole [la ~] noun
het karakter (aard; geaardheid; inborst)
el carácter; la naturaleza; el conocimiento; la propensión; la inteligencia
- carácter [el ~] noun
- naturaleza [la ~] noun
- conocimiento [el ~] noun
- propensión [la ~] noun
- inteligencia [la ~] noun
het karakter (letterteken; letter)
el carácter
- carácter [el ~] noun
het karakter (persoonlijkheid)
la personalidad; el carácter; la índole
- personalidad [la ~] noun
- carácter [el ~] noun
- índole [la ~] noun

Translation Matrix for karakter:

Noun	Related Translations	Other Translations
alma	aard; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur	aandrift; daadkracht; energie; esprit; fut; kracht; levensader; momentum; puf; werklust; ziel
busto	aard; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur
calidad	aard; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur	eigenschap; gesteldheid; hoedanigheid; kwaliteit; ziel
carácter	aard; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; letter; letterteken; mentaliteit; natuur; persoonlijkheid	aard; geaardheid; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; klasse; lettersoort; lettertype; natuur; onderverdeling; teken; temperament; ziel
conocimiento	aard; geaardheid; inborst; karakter	bekendheid; kennis; medeweten; reputatie; weten; wetenschap
constitución	aard; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur	constitutie; grondlegging; grondwet; het stichten; instelling; lichaamsbouw; oprichting; stichting; vestiging
inteligencia	aard; geaardheid; inborst; karakter	adremheid; bewustzijn; bij de pinken zijn; bijdehandheid; brein; denkvermogen; geest; geestvermogen; gevatheid; goochemheid; hersens; intellect; intelligentie; inzicht; kop; krantenkop; pienterheid; rede; schranderheid; slimheid; snedigheid; uitgeslapenheid; vernuft; verstand; verstandelijk vermogen
naturaleza	aard; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur	geaardheid; natuur; tendentie
personalidad	karakter; persoonlijkheid	iemand; individu; mens; mensenkind; persoon; wezen
propensión	aard; geaardheid; inborst; karakter	gevoeligheid; tendentie; vatbaarheid; vooroordeel; zwakte
temperamento	aard; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur	gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; temperament; vurigheid
ánimo	aard; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur	geestesgesteldheid; geestestoestand; psychische toestand
índole	aard; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur; persoonlijkheid
-	aard; natuur; persoonlijkheid

Related Words for "karakter":

karakters, karaktertje

Synonyms for "karakter":

aard; natuur; persoonlijkheid

Related Definitions for "karakter":

manier waarop iets of iemand in elkaar zit¹
- hij heeft een vriendelijk karakter¹

Wiktionary Translations for karakter:

Cross Translation:

From	To	Via
• karakter	→ personaje	↔ character — being in a story
• karakter	→ carácter	↔ character — moral strength
• karakter	→ carácter	↔ character — symbol for a sound or a word
• karakter	→ carácter	↔ character — (computing) basic element in a text string
• karakter	→ letra; carácter	↔ letter — letter of the alphabet
• karakter	→ carácter	↔ caractère — types dont se servent les imprimeurs
• karakter	→ letra; carácter	↔ lettre — Symbole typographique
• karakter	→ naturaleza; índole	↔ nature — ensemble des êtres et des choses, univers. Ensemble en tant qu’ordonné et régir par des lois.

External Machine Translations:

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Translate karakters from Dutch to Spanish

Detailed Translations for karakters from Dutch to Spanish

karakters:

karakters [de ~] noun, plural

de karakters (letters)

Translation Matrix for karakters:

Related Words for "karakters":

karakter:

karakter [het ~] noun

het karakter (inborst; mentaliteit; gemoed; natuur; geaardheid; aard; inslag)

het karakter (aard; geaardheid; inborst)

het karakter (letterteken; letter)

het karakter (persoonlijkheid)

Translation Matrix for karakter:

Related Words for "karakter":

Synonyms for "karakter":

Related Definitions for "karakter":

Wiktionary Translations for karakter: