Noun | Related Translations | Other Translations |
bricolaje
|
broddelwerk; geknutsel; kladwerk; knoeiwerk; knutselarij; knutselen; knutselwerk; prutswerk
|
doe-het-zelf-werk; klussen
|
chanchullos
|
broddelwerk; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk
|
dingen; geflikflooi; geklodder; geknoei; gemodder; gerotzooi; goedje; spullen; waar; zaakjes; zaken
|
desastre
|
broddelwerk; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk
|
catastrofe; debacle; ellende; farce; gebrek; gelazer; gemekker; gevaar; gezanik; gezeur; handicap; ineenstorting; ineenzakking; instorting; kommer; kwel; lichaamsgebrek; malheur; misère; moeilijkheden; narigheid; nood; noodtoestand; ongeluk; onheil; onheilsdreiging; onspoed; pech; ramp; rampspoed; schertsvertoning; tegenslag; tegenspoed; terugslag; trammelant
|
embadurnamiento
|
broddelwerk; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk
|
geklodder
|
obra mal hecha
|
broddelwerk; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk
|
|
porquería
|
broddelwerk; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk
|
bende; drab; flut; geklodder; goorheid; groezeligheid; kliederboel; knoeierij; morsigheid; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; slonzigheid; smeerboel; smeerlapperij; smerigheid; soepzootje; troep; verwaarloosde boel; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zooi; zootje; zwijnenboel; zwijnerij
|
trabajos manuales
|
geknutsel; knutselarij; knutselen; knutselwerk
|
doe-het-zelf-werk; handarbeid; handenarbeid; met de handen verricht werk
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
desastre
|
|
knudde
|