Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate krabsel

Translate krabsel from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

krabsel:
- rascar; raspar; raspadura; rasgueo; raeduras

Dutch

Detailed Translations for krabsel from Dutch to Spanish

krabsel:

krabsel [znw.] noun

krabsel
el rascar; el raspar; la raspadura; el rasgueo; la raeduras
- rascar [el ~] noun
- raspar [el ~] noun
- raspadura [la ~] noun
- rasgueo [el ~] noun
- raeduras [la ~] noun

Translation Matrix for krabsel:

Noun	Related Translations	Other Translations
raeduras	krabsel	afkrabben; schraapsel
rascar	krabsel
rasgueo	krabsel	gekrab; gekras; krassen
raspadura	krabsel	gekladder; gekrab; gekrabbel; hanenpoten; kattebelletje; kladbriefje; kladje; krabbel; krabbelbriefje; krabbelen; met de nagels krabbelen; prulgeschrift; schrijfsel; slecht handschrift
raspar	krabsel
Verb	Related Translations	Other Translations
rascar		afkrabben; knorren; krassen; oogsten; plukken; ronken; schrapen; schrappen; snorren; verzamelen; zagen; zich krabben
raspar		afkrabben; afschrappen; raspen; schaven; schrapen; schrappen; schuren; te niet doen; wegkrabben