Dutch

Detailed Translations for krampen from Dutch to Spanish

krampen:

krampen [de ~] noun, plural

  1. de krampen (spiersamentrekkingen)
    el dolor de tripas; el calambres; el dolor de vientre
  2. de krampen
    el cólicos

Translation Matrix for krampen:

NounRelated TranslationsOther Translations
calambres krampen; spiersamentrekkingen buikpijn; pijn in de buik
cólicos krampen
dolor de tripas krampen; spiersamentrekkingen
dolor de vientre krampen; spiersamentrekkingen buikkramp; buikpijn

Related Words for "krampen":


kramp:

kramp [de ~] noun

  1. de kramp (stuiptrekking; convulsie; samentrekking; stuip)
    la convulsión; la contracción; la constricción
  2. de kramp (spiersamentrekking)

Translation Matrix for kramp:

NounRelated TranslationsOther Translations
constricción convulsie; kramp; samentrekking; stuip; stuiptrekking
contracción convulsie; kramp; samentrekking; stuip; stuiptrekking aaneenschakeling; krimp; krimping; perswee; samentrekking; samenvoeging; slinking; wee
contracción muscular kramp; spiersamentrekking spiertrekking
convulsión convulsie; kramp; samentrekking; stuip; stuiptrekking groeistuip

Related Words for "kramp":


Wiktionary Translations for kramp:

kramp
noun
  1. een toestand van onwillekeurige en aanhoudende samentrekking van een spier

Cross Translation:
FromToVia
kramp calambre cramp — painful contraction of a muscle
kramp espasmo spasm — contraction of a muscle
kramp grapa; laña parenthèse — incise dans la phrase