Translate kruk from Dutch to Spanish

Remove Ads

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

kruk:
- manubrio; péndola; balancin; taburete; tirador; aldaba; pomo; pestillo; picaporte; mamarracho; mequetrefe; persona torpe; botones; capullo; botón; asilla
Wiktionary:
- kruk → muleta, taburete, silla, banqueta

Dutch

Detailed Translations for kruk from Dutch to Spanish

kruk:

kruk [de ~] noun

de kruk (zwengel; slinger)
el manubrio; la péndola; el balancin
- manubrio [el ~] noun
- péndola [la ~] noun
- balancin [el ~] noun
de kruk (taboeret; pianokrukje; poef; krukje)
el taburete
- taburete [el ~] noun
de kruk (deurklink; klink; hendel)
el tirador; la aldaba; el pomo; el pestillo; el picaporte
- tirador [el ~] noun
- aldaba [la ~] noun
- pomo [el ~] noun
- pestillo [el ~] noun
- picaporte [el ~] noun
de kruk (klungel; klungelaar; stumper; stoethaspel)
el mamarracho; el mequetrefe; la persona torpe
- mamarracho [el ~] noun
- mequetrefe [el ~] noun
- persona torpe [la ~] noun
de kruk (deurkruk; deurklink)
el botones; el capullo; el botón; la asilla
- botones [el ~] noun
- capullo [el ~] noun
- botón [el ~] noun
- asilla [la ~] noun

Translation Matrix for kruk:

Noun	Related Translations	Other Translations
aldaba	deurklink; hendel; klink; kruk	klopper; mattenklopper
asilla	deurklink; deurkruk; kruk
balancin	kruk; slinger; zwengel
botones	deurklink; deurkruk; kruk	drukkertjes; knoppen; piccolo; schakelaars
botón	deurklink; deurkruk; kruk	bloemknop; drukkertje; drukknop; greep; handel; handgreep; handvat; hendel; knop; knopje; omschakelaar; schakelaar; schakelknop
capullo	deurklink; deurkruk; kruk	boerenkinkel; boerenlul; cocon; groentje; heikneuter; hork; lummel; nieuwkomer
mamarracho	klungel; klungelaar; kruk; stoethaspel; stumper
manubrio	kruk; slinger; zwengel	zwengels
mequetrefe	klungel; klungelaar; kruk; stoethaspel; stumper	achterlijke; dwaas; gek; geschifte; idioot; onnozelaar; waanzinnige; zwakzinnige
persona torpe	klungel; klungelaar; kruk; stoethaspel; stumper	boerenkinkel; brutale kerel; heikneuter; hork; hufter; kinkel; klootzak; lomperd; lomperik; proleet; vlegel
pestillo	deurklink; hendel; klink; kruk	beurs; deurknip; draaggrendel; grendel; knip; portefeuille; portemonnaie; portemonnee; schuif; sluitinrichting voor deur of raam
picaporte	deurklink; hendel; klink; kruk	deurknop; inklinking; inklinking van bout; klink
pomo	deurklink; hendel; klink; kruk	deurknop
péndola	kruk; slinger; zwengel
taburete	kruk; krukje; pianokrukje; poef; taboeret	barkruk; barstoel; greep; handel; handgreep; handvat; hendel; voetenbankje; voetenplank; voetsteun
tirador	deurklink; hendel; klink; kruk	arkebussier; greep; handel; handgreep; handvat; hendel; klovenier; konstabel; scherpschutter; schutter; tirailleur; tractor; trekker; trekkoord
Not Specified	Related Translations	Other Translations
botón		knop

Related Words for "kruk":

krukken, krukje

Wiktionary Translations for kruk:

Cross Translation:

From	To	Via
• kruk	→ muleta	↔ crutch — device to assist in motion as a cane
• kruk	→ taburete; silla	↔ stool — a seat
• kruk	→ muleta	↔ Krücke — Medizin: mit einem Handgriff versehener Stock für an den Beinen verletzte oder gehbehinderte Personen
• kruk	→ muleta	↔ béquille — Canne surmontée d’un support
• kruk	→ banqueta; taburete	↔ tabouret — Petit siège sans dossier

External Machine Translations:

Remove Ads

Translate kruk from Dutch to Spanish

Detailed Translations for kruk from Dutch to Spanish

kruk:

kruk [de ~] noun

de kruk (zwengel; slinger)

de kruk (taboeret; pianokrukje; poef; krukje)

de kruk (deurklink; klink; hendel)

de kruk (klungel; klungelaar; stumper; stoethaspel)

de kruk (deurkruk; deurklink)

Translation Matrix for kruk:

Related Words for "kruk":

Wiktionary Translations for kruk: