Dutch

Detailed Translations for landgoed from Dutch to Spanish

landgoed:

landgoed [het ~] noun

  1. het landgoed
    la hacienda; el bienes; el inmuebles; el predio; la propiedad; el rancho; la finca rústica; la propiedad en tierras

Translation Matrix for landgoed:

NounRelated TranslationsOther Translations
bienes landgoed bezitting; dingen; goedje; inventaris; spullen; waar; zaakjes; zaken
finca rústica landgoed
hacienda landgoed geldelijk vermogen; haciënda; vermogen
inmuebles landgoed onroerende goederen; onroerende zaken; vastgoed
predio landgoed
propiedad landgoed bezit; bezitting; bezittingen; eigendom; eigenschap; goederen; have; karakterisering; karakteristiek; kenmerk; typering
propiedad en tierras landgoed
rancho landgoed armoedige woning; dierenverblijfplaats; herdershutje; hok; hut; kleine herdershut; kot

Wiktionary Translations for landgoed:


Cross Translation:
FromToVia
landgoed finca estate — area of land under single ownership
landgoed propiedad; finca; bienes; posesión property — piece of real estate
landgoed dominio domaine — Propriété d’une assez vaste étendue et contenant des biens-fonds de diverse nature. (Sens général)
landgoed capital; fondo; fondos; finca; propriedad fondsensemble de biens matériels ou immatériels servant à l’usage principal d’une activité.