Summary
Dutch
Detailed Translations for loeren from Dutch to Spanish
loeren:
-
loeren (scherp kijken)
-
loeren (gluren)
Conjugations for loeren:
o.t.t.
- loer
- loert
- loert
- loeren
- loeren
- loeren
o.v.t.
- loerde
- loerde
- loerde
- loerden
- loerden
- loerden
v.t.t.
- heb geloerd
- hebt geloerd
- heeft geloerd
- hebben geloerd
- hebben geloerd
- hebben geloerd
v.v.t.
- had geloerd
- had geloerd
- had geloerd
- hadden geloerd
- hadden geloerd
- hadden geloerd
o.t.t.t.
- zal loeren
- zult loeren
- zal loeren
- zullen loeren
- zullen loeren
- zullen loeren
o.v.t.t.
- zou loeren
- zou loeren
- zou loeren
- zouden loeren
- zouden loeren
- zouden loeren
diversen
- loer!
- loert!
- geloerd
- loerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for loeren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
espiar | loeren | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
acechar | gluren; loeren; scherp kijken | beloeren; gluren; koekeloeren; stiekem kijken |
espiar | loeren; scherp kijken | afloeren; begluren; beloeren; bespieden; bespioneren; gluren; koekeloeren; spieden; spioneren; stiekem kijken; verspieden |
Related Words for "loeren":
loeren form of loer:
-
de loer (streek)
Translation Matrix for loer:
Noun | Related Translations | Other Translations |
acecho | loer; streek | aas; lokaas; lokmiddel |
anzuelo | loer; streek | aas; angel; gifangel; haak; klinknagel; lokaas; lokmiddel; lokvogel; nagel; ophanghaak; spijker; tekenhaak; vishaak; weerhaak |
cebo | loer; streek | aas; lokaas; lokker; lokmiddel; verleider; visaas; visvoer |
señuelo | loer; streek | aas; blikvanger; lokaas; lokkertje; lokmiddel |