Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate loopjes

Translate loopjes from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

loopjes:
- paseítos
loopje:
- vueltecita; paseo
loop:
- carrera; manera de actuar; carrerilla; manera; caja del fusil
Wiktionary:
- loopje → andar, andares
- loop → cañón
- loop → curso, correr, tubo, cañón

Dutch

Detailed Translations for loopjes from Dutch to Spanish

loopjes:

loopjes [de ~] noun, plural

de loopjes (drafjes)
el paseítos
- paseítos [el ~] noun

Translation Matrix for loopjes:

Noun	Related Translations	Other Translations
paseítos	drafjes; loopjes	kuiertjes; ommetjes; rondwandelingen; rondwandelingetjes

Related Words for "loopjes":

loop, loopje

loopjes form of loopje:

loopje [het ~] noun

het loopje (wandeling; ommetje; wandeltocht; kuier; omloop; uitje; tochtje)
la vueltecita; el paseo
- vueltecita [la ~] noun
- paseo [el ~] noun

Translation Matrix for loopje:

Noun	Related Translations	Other Translations
paseo	kuier; loopje; omloop; ommetje; tochtje; uitje; wandeling; wandeltocht	allee; avenue; boulevard; dagreis; dreef; excursie; gang; kuiergang; laan; promenade; reis; rijtochtje; rijtoer; rit; ronde; rondreis; rondrit; rondwandeling; slentergang; slentergangetje; tocht; tochtje; toer; tour; tournee; trip; uitstapje; voetreis; voettocht
vueltecita	kuier; loopje; omloop; ommetje; tochtje; uitje; wandeling; wandeltocht

Related Words for "loopje":

loopjes, loop

Wiktionary Translations for loopje:

Cross Translation:

From	To	Via
• loopje	→ andar; andares	↔ walk — manner of walking

loop:

loop [de ~ (m)] noun

de loop (hardloopwedstrijd)
la carrera; la manera de actuar; la carrerilla; la manera
- carrera [la ~] noun
- manera de actuar [la ~] noun
- carrerilla [la ~] noun
- manera [la ~] noun
de loop (geweerlade)
la caja del fusil
- caja del fusil [la ~] noun

Translation Matrix for loop:

Noun	Related Translations	Other Translations
caja del fusil	geweerlade; loop
carrera	hardloopwedstrijd; loop	concours; cursus; draven; ervaring; gedraaf; gehaast; gehol; gejaag; gejacht; gejakker; geren; hardloperij; kursus; leergang; partij; pot; praktijk; race; rennen; routine; strijd; studie; wedloop; wedloop van hardlopers; wedren; wedstrijd
carrerilla	hardloopwedstrijd; loop
manera	hardloopwedstrijd; loop	gedrag; gedragslijn; gedragswijze; handelwijze; manier; methode; moedervorm; optreden; procedure; trant; wijs; wijze
manera de actuar	hardloopwedstrijd; loop	gedragslijn

Related Words for "loop":

lopen, loops, loopje, loopjes

Wiktionary Translations for loop:

loop

noun

voorste deel van een wapen
- loop → cañón

Cross Translation:

From	To	Via
• loop	→ curso	↔ course — onward movement
• loop	→ curso	↔ course — path taken by a waterway
• loop	→ correr	↔ run — the act of running
• loop	→ tubo; cañón	↔ tube — Tuyau.