Dutch

Detailed Translations for matte from Dutch to Spanish

matten:

Conjugations for matten:

o.t.t.
  1. mat
  2. mat
  3. mat
  4. matten
  5. matten
  6. matten
o.v.t.
  1. matte
  2. matte
  3. matte
  4. matten
  5. matten
  6. matten
v.t.t.
  1. heb gemat
  2. hebt gemat
  3. heeft gemat
  4. hebben gemat
  5. hebben gemat
  6. hebben gemat
v.v.t.
  1. had gemat
  2. had gemat
  3. had gemat
  4. hadden gemat
  5. hadden gemat
  6. hadden gemat
o.t.t.t.
  1. zal matten
  2. zult matten
  3. zal matten
  4. zullen matten
  5. zullen matten
  6. zullen matten
o.v.t.t.
  1. zou matten
  2. zou matten
  3. zou matten
  4. zouden matten
  5. zouden matten
  6. zouden matten
en verder
  1. is gemat
  2. zijn gemat
diversen
  1. mat!
  2. mat!
  3. gemat
  4. mattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for matten:

NounRelated TranslationsOther Translations
impugnar aanvechten; bestrijden; betwisten
luchar strijden; vechten
pelearse ruzie maken
VerbRelated TranslationsOther Translations
andar a la greña bakkeleien; duelleren; kampen; knokken; matten; vechten
batirse bakkeleien; duelleren; kampen; knokken; matten; strijden; vechten bekampen; bestrijden; bevechten
batirse en duelo bakkeleien; duelleren; kampen; knokken; matten; vechten
combatir bakkeleien; duelleren; kampen; knokken; matten; vechten bekampen; bestrijden; bevechten; een strijd houden; kampen; kleunen; strijd voeren; strijden; vechten
combatir en desafío bakkeleien; duelleren; kampen; knokken; matten; vechten
dar puñetazos bakkeleien; duelleren; kampen; knokken; matten; vechten hengsten; rammen; stompen
hacer un duelo bakkeleien; duelleren; kampen; knokken; matten; vechten
impugnar bakkeleien; duelleren; kampen; knokken; matten; vechten aanvechten; bestrijden; betwisten; kleunen
luchar bakkeleien; duelleren; kampen; knokken; matten; vechten bekampen; bestrijden; bevechten; een strijd houden; kampen; kleunen; met iemand worstelen; strijd voeren; strijden; vechten; worstelen
luchar contra bakkeleien; duelleren; kampen; knokken; matten; vechten bekampen; bestrijden; bevechten; kleunen; opboksen; strijden tegen; vechten tegen
pelear bakkeleien; duelleren; kampen; knokken; matten; strijden; vechten bekampen; bestrijden; bevechten; een strijd houden; kampen; kiften; kijven; krakelen; met iemand worstelen; ruzie maken; ruziën; strijd voeren; strijden; twisten; vechten; worstelen
pelearse bakkeleien; duelleren; kampen; knokken; matten; vechten bekampen; bestrijden; bevechten; foeteren; ruzie hebben
reñir bakkeleien; duelleren; kampen; knokken; matten; vechten bakkeleien; bekvechten; foeteren; hakketakken; kibbelen; ruzieën; twisten; uitfoeteren; uitkafferen; uitschelden; uitvloeken

Related Words for "matten":