Dutch
Detailed Translations for mijmerend from Dutch to Spanish
mijmerend:
-
mijmerend (in gedachten verzonken; nadenkend; peinzend)
ensimismado; pensativo; soñador; meditabundo; abismado; meditativo; absorto en sus pensamientos-
ensimismado adj
-
pensativo adj
-
soñador adj
-
meditabundo adj
-
abismado adj
-
meditativo adj
-
-
mijmerend (soezend; dromerig; suffend)
Translation Matrix for mijmerend:
mijmerend form of mijmeren:
-
mijmeren
cavilar; pensar; rumiar; reflexionar; meditar-
cavilar verb
-
pensar verb
-
rumiar verb
-
reflexionar verb
-
meditar verb
-
Conjugations for mijmeren:
o.t.t.
- mijmer
- mijmert
- mijmert
- mijmeren
- mijmeren
- mijmeren
o.v.t.
- mijmerde
- mijmerde
- mijmerde
- mijmerden
- mijmerden
- mijmerden
v.t.t.
- heb gemijmerd
- hebt gemijmerd
- heeft gemijmerd
- hebben gemijmerd
- hebben gemijmerd
- hebben gemijmerd
v.v.t.
- had gemijmerd
- had gemijmerd
- had gemijmerd
- hadden gemijmerd
- hadden gemijmerd
- hadden gemijmerd
o.t.t.t.
- zal mijmeren
- zult mijmeren
- zal mijmeren
- zullen mijmeren
- zullen mijmeren
- zullen mijmeren
o.v.t.t.
- zou mijmeren
- zou mijmeren
- zou mijmeren
- zouden mijmeren
- zouden mijmeren
- zouden mijmeren
diversen
- mijmer!
- mijmert!
- gemijmerd
- mijmerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for mijmeren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
cavilar | prakkizeren | |
pensar | denken; prakkizeren | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
cavilar | mijmeren | tobben |
meditar | mijmeren | bedenken; beschouwen; bespiegelen; considereren; in overweging nemen; nadenken; overdenken; overpeinzen; overwegen; peinzen |
pensar | mijmeren | afwegen; bedenken; beschouwen; bespiegelen; considereren; denken; fantaseren; in overweging nemen; inleven; invoelen; meedenken; meeleven; nadenken; overdenken; overpeinzen; overwegen; peinzen; piekeren; prakkiseren; uitdenken; verdichten; verzinnen; voelen; voorwenden |
reflexionar | mijmeren | afwegen; bedenken; beschouwen; bespiegelen; bezinnen; considereren; in gedachten verzonken zijn; in overweging nemen; nadenken; overdenken; overpeinzen; overwegen; peinzen; piekeren; prakkiseren; raad inwinnen; zich beraden |
rumiar | mijmeren | bebroeden; herkauwen |