Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. moord:
  2. moorden:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for moord from Dutch to Spanish

moord:

moord [de ~] noun

  1. de moord (liquidatie; executie)
    el asesinato; la liquidación

Translation Matrix for moord:

NounRelated TranslationsOther Translations
asesinato executie; liquidatie; moord doding
liquidación executie; liquidatie; moord afschaffing; bederf; bederven; beëindigen; inlossing; liquidatie; ontbinding; opheffen; opheffing; uitschakeling; vereffening; vergaan; vernietiging; verrotten; verwording

Related Words for "moord":


Related Definitions for "moord":

  1. het opzettelijk doden van iemand1
    • het was geen ongeluk, het was moord1

Wiktionary Translations for moord:

moord
noun
  1. het opzettelijk en met voorbedachten rade een ander van het leven beroven

Cross Translation:
FromToVia
moord asesinato; magnicidio assassination — killing or murder for political reasons
moord asesinato murder — an act of deliberate killing
moord asesinato murder — the crime of deliberate killing
moord asesinato; homicidio MordRecht: vorsätzliche Tötung einer Person unter qualifizierten Umständen. Nach deutschem Strafrecht ist ein Mörder, wer aus Mordlust, zur Befriedigung des Geschlechtstriebs, aus Habgier oder sonst aus niedrigen Beweggründen, heimtückisch oder grausam oder mit gemeingefährlichen Mitteln oder um eine andere Strafta

moord form of moorden:

moorden verb (moord, moordt, moordde, moordden, gemoord)

  1. moorden (vermoorden; afmaken; afslachten; )

Conjugations for moorden:

o.t.t.
  1. moord
  2. moordt
  3. moordt
  4. moorden
  5. moorden
  6. moorden
o.v.t.
  1. moordde
  2. moordde
  3. moordde
  4. moordden
  5. moordden
  6. moordden
v.t.t.
  1. heb gemoord
  2. hebt gemoord
  3. heeft gemoord
  4. hebben gemoord
  5. hebben gemoord
  6. hebben gemoord
v.v.t.
  1. had gemoord
  2. had gemoord
  3. had gemoord
  4. hadden gemoord
  5. hadden gemoord
  6. hadden gemoord
o.t.t.t.
  1. zal moorden
  2. zult moorden
  3. zal moorden
  4. zullen moorden
  5. zullen moorden
  6. zullen moorden
o.v.t.t.
  1. zou moorden
  2. zou moorden
  3. zou moorden
  4. zouden moorden
  5. zouden moorden
  6. zouden moorden
diversen
  1. moord!
  2. moordt!
  3. gemoord
  4. moordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for moorden:

NounRelated TranslationsOther Translations
matar afknallen; doden; van kant maken
VerbRelated TranslationsOther Translations
asesinar afmaken; afslachten; doden; moorden; om het leven brengen; ombrengen; vermoorden afknallen; afschieten; doodschieten; fusilleren; neerhalen; neersabelen
matar afmaken; afslachten; doden; moorden; om het leven brengen; ombrengen; vermoorden afknallen; afmaken; afschieten; doden; doodmaken; doodschieten; doodslaan; executeren; fusilleren; liquideren; neerhalen; neersabelen; ombrengen; slachten; smashen; ter dood brengen; terechtstellen; van kant maken; vermoorden

Related Words for "moorden":


Wiktionary Translations for moorden:

moorden
verb
  1. rondgaan om moorden te plegen

Cross Translation:
FromToVia
moorden asesinar murder — deliberately kill
moorden asesinar assassiner — Tuer intentionnellement
moorden matanza massacrertuer, égorger des hommes qui ne se défendent pas.

Related Translations for moord