Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- nakomend:
- nakomen:
-
Wiktionary:
- nakomen → cumplir, llevar a cabo, ejecutar, realizar, efectivar
Dutch
Detailed Translations for nakomend from Dutch to Spanish
nakomend:
Translation Matrix for nakomend:
Noun | Related Translations | Other Translations |
siguiente | volgende | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
siguiente | nakomend | hiernaar; komend; navolgend; onderstaand; onderstaande; opvolgend; volgend; volgende |
nakomend form of nakomen:
-
nakomen
Conjugations for nakomen:
o.t.t.
- kom na
- komt na
- komt na
- komen na
- komen na
- komen na
o.v.t.
- kwam na
- kwam na
- kwam na
- kwamen na
- kwamen na
- kwamen na
v.t.t.
- ben nagekomen
- bent nagekomen
- is nagekomen
- zijn nagekomen
- zijn nagekomen
- zijn nagekomen
v.v.t.
- was nagekomen
- was nagekomen
- was nagekomen
- waren nagekomen
- waren nagekomen
- waren nagekomen
o.t.t.t.
- zal nakomen
- zult nakomen
- zal nakomen
- zullen nakomen
- zullen nakomen
- zullen nakomen
o.v.t.t.
- zou nakomen
- zou nakomen
- zou nakomen
- zouden nakomen
- zouden nakomen
- zouden nakomen
diversen
- kom na!
- komt na!
- nagekomen
- nakomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for nakomen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
cumplir | gehoor; gevolg; gevolg geven aan | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
cumplir | nakomen | bemerken; gehoorzamen; gevolg geven aan; kwijten; luisteren; navolgen; onderscheiden; opmerken; opvolgen; uit elkaar houden; uiteenhouden; volgen; waarmaken |
ir tras de | nakomen | achternagaan; achternalopen; nalopen; navolgen; opvolgen; volgen |
seguir | nakomen | aanhouden; achternagaan; achternalopen; bijhouden; continueren; doorgaan; doorwerken; een stapje verder gaan; gehoorzamen; gevolg geven aan; imiteren; komen na; luisteren; nabootsen; nadoen; nalopen; navolgen; opvolgen; prolongeren; verdergaan; vervolgen; volgen; voortgaan; voortzetten |
Wiktionary Translations for nakomen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• nakomen | → cumplir; llevar a cabo; ejecutar | ↔ accomplir — achever entièrement. |
• nakomen | → realizar; efectivar; cumplir; llevar a cabo; ejecutar | ↔ réaliser — construire |