Dutch
Detailed Translations for neerbuigend bejegenen from Dutch to Spanish
neerbuigend bejegenen:
neerbuigend bejegenen verb (bejegen neerbuigend, bejegent neerbuigend, bejegende neerbuigend, bejegenden neerbuigend, neerbuigend bejegend)
-
neerbuigend bejegenen
Conjugations for neerbuigend bejegenen:
o.t.t.
- bejegen neerbuigend
- bejegent neerbuigend
- bejegent neerbuigend
- bejegenen neerbuigend
- bejegenen neerbuigend
- bejegenen neerbuigend
o.v.t.
- bejegende neerbuigend
- bejegende neerbuigend
- bejegende neerbuigend
- bejegenden neerbuigend
- bejegenden neerbuigend
- bejegenden neerbuigend
v.t.t.
- ben neerbuigend bejegend
- bent neerbuigend bejegend
- is neerbuigend bejegend
- zijn neerbuigend bejegend
- zijn neerbuigend bejegend
- zijn neerbuigend bejegend
v.v.t.
- was neerbuigend bejegend
- was neerbuigend bejegend
- was neerbuigend bejegend
- waren neerbuigend bejegend
- waren neerbuigend bejegend
- waren neerbuigend bejegend
o.t.t.t.
- zal neerbuigend bejegenen
- zult neerbuigend bejegenen
- zal neerbuigend bejegenen
- zullen neerbuigend bejegenen
- zullen neerbuigend bejegenen
- zullen neerbuigend bejegenen
o.v.t.t.
- zou neerbuigend bejegenen
- zou neerbuigend bejegenen
- zou neerbuigend bejegenen
- zouden neerbuigend bejegenen
- zouden neerbuigend bejegenen
- zouden neerbuigend bejegenen
diversen
- bejegen neerbuigend!
- bejegent neerbuigend!
- neerbuigend bejegend
- neerbuigend bejegenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for neerbuigend bejegenen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
tratar con desdén | neerbuigend bejegenen |