Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. omschrijvend:
  2. omschrijven:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for omschrijvend from Dutch to Spanish

omschrijvend:

omschrijvend adj

  1. omschrijvend (definiërend)

Translation Matrix for omschrijvend:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
definiendo definiërend; omschrijvend
describiendo definiërend; omschrijvend

Wiktionary Translations for omschrijvend:


Cross Translation:
FromToVia
omschrijvend perifrástico periphrastic — expressed in more words than are necessary
omschrijvend perifrástico periphrastic — grammar: characterized by periphrase or circumlocution

omschrijven:

omschrijven verb (omschrijf, omschrijft, omschreef, omschreven, omschreven)

  1. omschrijven (definiëren; bepalen)
  2. omschrijven (beschrijven; schetsen; afschilderen)

Conjugations for omschrijven:

o.t.t.
  1. omschrijf
  2. omschrijft
  3. omschrijft
  4. omschrijven
  5. omschrijven
  6. omschrijven
o.v.t.
  1. omschreef
  2. omschreef
  3. omschreef
  4. omschreven
  5. omschreven
  6. omschreven
v.t.t.
  1. heb omschreven
  2. hebt omschreven
  3. heeft omschreven
  4. hebben omschreven
  5. hebben omschreven
  6. hebben omschreven
v.v.t.
  1. had omschreven
  2. had omschreven
  3. had omschreven
  4. hadden omschreven
  5. hadden omschreven
  6. hadden omschreven
o.t.t.t.
  1. zal omschrijven
  2. zult omschrijven
  3. zal omschrijven
  4. zullen omschrijven
  5. zullen omschrijven
  6. zullen omschrijven
o.v.t.t.
  1. zou omschrijven
  2. zou omschrijven
  3. zou omschrijven
  4. zouden omschrijven
  5. zouden omschrijven
  6. zouden omschrijven
en verder
  1. ben omschreven
  2. bent omschreven
  3. is omschreven
  4. zijn omschreven
  5. zijn omschreven
  6. zijn omschreven
diversen
  1. omschrijf!
  2. omschrijft!
  3. omschreven
  4. omschrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for omschrijven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
definir afschilderen; bepalen; beschrijven; definiëren; omschrijven; schetsen afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; bepalen; determineren; nader omschrijven; omlijnen; preciseren; vaststellen
describir afschilderen; bepalen; beschrijven; definiëren; omschrijven; schetsen afschilderen; beschrijven; doen lijken; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren; weergeven
detallar afschilderen; bepalen; beschrijven; definiëren; omschrijven; schetsen detailleren; nader omschrijven; nader verklaren; ontvouwen; preciseren; specificeren; toelichten; uiteenzetten; uitleggen; verduidelijken
escribir en afschilderen; beschrijven; omschrijven; schetsen
especificar bepalen; definiëren; omschrijven detailleren; nader omschrijven; preciseren; specificeren; uitwerken
explicar afschilderen; beschrijven; omschrijven; schetsen accentueren; begrijpelijk maken; belichten; duiden; met licht beschijnen; nader verklaren; ontvouwen; ophelderen; opklaren; toelichten; uiteenzetten; uitleggen; verantwoorden; verduidelijken; verhelderen; verklaren
hacer un boceto afschilderen; beschrijven; omschrijven; schetsen

Wiktionary Translations for omschrijven:


Cross Translation:
FromToVia
omschrijven describir describe — to represent in words
omschrijven transliterar transliterate — to represent letters or words in the characters of another alphabet or script
omschrijven fijar; definir fixerattacher, affermir, rendre immobile, maintenir en place.