Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. ondeugd:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ondeugd from Dutch to Spanish

ondeugd:

ondeugd [de ~] noun

  1. de ondeugd (zedelijke slechtheid; zonde)
    el fresco; el vicio; el chinche
  2. de ondeugd (guitigheid)
    la pillería
  3. de ondeugd (kwajongen; deugniet; boefje; )
    el diablillo; el pillo; el granuja; el tunante

Translation Matrix for ondeugd:

NounRelated TranslationsOther Translations
chinche ondeugd; zedelijke slechtheid; zonde boef; fielt; lelijkerd; pestkop; sarder; schobbejak; schurk; treiteraar; wandluis
diablillo bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; schavuit; schelm; vlegel blaag; deugniet; duiveltje; guit; rakker; schalk; snaak; stinkerd
fresco ondeugd; zedelijke slechtheid; zonde fresco; frisheid; kilte; koelte; kou; koude
granuja bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; schavuit; schelm; vlegel bandiet; boef; boerenkinkel; boosdoener; booswicht; eikel; fielt; heikneuter; hond; hork; hufter; jongens; kinkel; klootzak; lomperd; lul; oetlul; onverlaat; picaro; proleet; rakkers; rekel; schavuit; schelm; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; slechtaard; smeerlap; smiecht; smiek; snoodaard; sodemieter; stouterd; vlegel
pillería guitigheid; ondeugd
pillo bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; schavuit; schelm; vlegel boef; fielt; galgenbrok; galgentronie; leperd; leperik; rekel; schobbejak; schurk; snaak; stouterd
tunante bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; schavuit; schelm; vlegel blaag; boef; fielt; jongens; lelijkerd; mispunt; naarling; rakkers; rekel; rotzak; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; smiek; stinkerd; stouterd
vicio ondeugd; zedelijke slechtheid; zonde boef; fielt; schobbejak; schurk
ModifierRelated TranslationsOther Translations
chinche pesterig
fresco aanmatigend; fris; frisjes; gekoeld; gemoedereerd; kil; koel; koeltjes; koud en vochtig; koudmakend; losjes; luchthartig; luchtig; nieuw; nieuwbakken; onbedorven; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; pril; respectloos; speels; vers; versgebakken; vlegelachtig; vroeg
pillo bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig

Wiktionary Translations for ondeugd:


Cross Translation:
FromToVia
ondeugd vicio vice — bad habit