Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. oneerlijkheid:
  2. oneerlijk:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for oneerlijkheid from Dutch to Spanish

oneerlijkheid:

oneerlijkheid [de ~ (v)] noun

  1. de oneerlijkheid
    la deslealtad; la deshonestidad

Translation Matrix for oneerlijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
deshonestidad oneerlijkheid
deslealtad oneerlijkheid het niet-trouw-zijn; ontrouw; perfidie; trouwbreuk; trouweloosheid

Related Words for "oneerlijkheid":


Wiktionary Translations for oneerlijkheid:


Cross Translation:
FromToVia
oneerlijkheid mendacidad mendacity — The fact or condition of being untruthful; dishonest

oneerlijkheid form of oneerlijk:


Translation Matrix for oneerlijk:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
deshonesto onbillijk; oneerlijk; ongegrond; onrechtvaardig; onterecht; unfair oneerbaar; ontaard; onzedelijk; onzedig
desleal onbillijk; oneerlijk; ongegrond; onrechtvaardig; onterecht; unfair afvallig; ontrouw; overspelig; perfide; trouweloos; verraderlijk
injusto onbillijk; oneerlijk; ongegrond; onrechtvaardig; onterecht; unfair onbillijk; ongegrond; onrechtvaardig; onredelijk; onverdiend; unfair
malintencionado onbillijk; oneerlijk; ongegrond; onrechtvaardig; onterecht; unfair

Related Words for "oneerlijk":

  • oneerlijkheid, oneerlijker, oneerlijkere, oneerlijkst, oneerlijkste, oneerlijke

Wiktionary Translations for oneerlijk:


Cross Translation:
FromToVia
oneerlijk sucio dirty — dishonourable, violating standards or rules
oneerlijk sucio dirty — illegal, improper
oneerlijk → [[poco sincero]]; falso disingenuous — not noble; unbecoming true honor
oneerlijk embustero; mentiroso mendacious — lying, untruthful or dishonest