Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate ontkalken

Translate ontkalken from Dutch to Spanish

Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. ontkalken:
  2. Wiktionary:

Dutch

Detailed Translations for ontkalken from Dutch to Spanish

ontkalken:

ontkalken verb (ontkalk, ontkalkt, ontkalkte, ontkalkten, ontkalkt)

  1. ontkalken
    descalcificar; desincrustar

Conjugations for ontkalken:

o.t.t.
  1. ontkalk
  2. ontkalkt
  3. ontkalkt
  4. ontkalken
  5. ontkalken
  6. ontkalken
o.v.t.
  1. ontkalkte
  2. ontkalkte
  3. ontkalkte
  4. ontkalkten
  5. ontkalkten
  6. ontkalkten
v.t.t.
  1. heb ontkalkt
  2. hebt ontkalkt
  3. heeft ontkalkt
  4. hebben ontkalkt
  5. hebben ontkalkt
  6. hebben ontkalkt
v.v.t.
  1. had ontkalkt
  2. had ontkalkt
  3. had ontkalkt
  4. hadden ontkalkt
  5. hadden ontkalkt
  6. hadden ontkalkt
o.t.t.t.
  1. zal ontkalken
  2. zult ontkalken
  3. zal ontkalken
  4. zullen ontkalken
  5. zullen ontkalken
  6. zullen ontkalken
o.v.t.t.
  1. zou ontkalken
  2. zou ontkalken
  3. zou ontkalken
  4. zouden ontkalken
  5. zouden ontkalken
  6. zouden ontkalken
en verder
  3. is ontkalkt
diversen
  1. ontkalk!
  2. ontkalkt!
  5. ontkalkt
  6. ontkalkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ontkalken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
descalcificar ontkalken
desincrustar ontkalken bikken; eten; naar binnen werken

Wiktionary Translations for ontkalken:

ontkalken
verb
  1. kalk van een metalen oppervlak verwijderen







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0178 seconds
Page rendered in 1.0 seconds