Noun | Related Translations | Other Translations |
atrevido
|
|
branie; brutaal joch; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; grootspraak; opschepperij; snoeverij; waaghals
|
fuerte
|
|
citadel; deurslot; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot; sterke kant; sterke zijde
|
fuerza
|
|
aandrift; aandrijving; capaciteit; daadkracht; dapperheid; doortastendheid; dynamiek; energie; esprit; felheid; fermheid; flinkheid; forsheid; fut; gehardheid; gestaaldheid; geweld; heftigheid; hevigheid; intensiteit; koenheid; kracht; krachtdadigheid; kranigheid; macht; moed; momentum; onversaagdheid; puf; sterkte; stevigheid; stoerheid; stootband; stuwkracht; vermogen; voortstuwing; voortvarendheid; werklust
|
notable
|
|
notabel; notabele
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
alentado
|
dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
|
beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; manhaftig; resoluut; vastberaden
|
animoso
|
dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
|
beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden
|
arrojado
|
dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
|
beslist; besluitvaardig; gedecideerd; geëmitteerd; in de atmosfeer gebracht; kordaat; resoluut; uitgestoten; uitgeworpen; vastberaden
|
atrevido
|
dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onversaagd; onverschrokken; stout; stoutmoedig; zonder vrees
|
brutaal; doldriest; gedurfd; gewaagd; halsbrekend; lichtzinnig; loszinnig; niet beschroomd; onberaden; onbeschroomd; onbesuisd; ondoordacht; onnadenkend; overmoedig; pikant; roekeloos; stoutmoedig; vermetel; vlegelachtig; vrijmoedig; vrijpostig; waaghalzig
|
audaz
|
onversaagd; onverschrokken; zonder vrees
|
ambitieus; brutaal; doldriest; driest; eerzuchtig; hoogvliegend; lichtzinnig; niet beschroomd; onbeschroomd; overmoedig; roekeloos; stoutmoedig; streverig; vermetel; vrijmoedig; vrijpostig; waaghalzig; zonder angst
|
bizarro
|
dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
|
|
con fuerza
|
dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
|
breed; dapper; ferm; fiks; flink; fors; manhaftig; moedig; moreel sterk; stevig; uit de kluiten gewassen
|
corpulento
|
dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
|
afgesloten; beslist; besluitvaardig; corpulent; dicht; dik; gedecideerd; gesloten; gezet; kordaat; lijvig; resoluut; toe; vastberaden; vet; vetlijvig; zwaar van lijf; zwaarlijvig
|
decidido
|
dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
|
beoogd; beslist; besluitvaardig; doelbewust; doortastend; drastisch; ferm; gedecideerd; kordaat; krachtdadig; krachtig; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; resoluut; sterk; stoutmoedig; vastberaden; vastbesloten; voorgenomen; vrijmoedig; vrijpostig
|
esforzado
|
dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
|
ambitieus; eerzuchtig; streverig
|
fuerte
|
dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
|
bitter teleurgesteld; blijvend; breed; dapper; degelijke; doordringend; duurzaam; duurzame; felle; ferm; fiks; flink; fors; fysiek sterk; grimmig; hard; hardop; hoog; indringend; intens; intensief; keihard; krachtig; luid; massief; met een krachtige uitwerking; met hoge snelheid; moedig; moreel sterk; onderdrukt; opgekropt; pittig; potig; robuust; schel; schel klinkend; scherp; schril; snerpend; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; straf; struis; uit de kluiten gewassen; verbeten; verbitterd; verkropt; zwaar; zwaargebouwd
|
fuerza
|
dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
|
|
impasible
|
koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel
|
bedaard; doodgemoedereerd; doodkalm; gelijkmoedig; geplaveid; kalm; kalmpjes; koel; koud; onaandoenlijk; onaangedaan; onbegaan; onberoerd; onbewogen; onderkoeld; ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; ongevoelig; onverstoord; rustig; sereen; verhard; vrijuit
|
impertérrito
|
koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel
|
nieuw; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongehinderd; ongemoeid; ongeopend; ongestoord; onverkort; onverstoorbaar; onverstoord; pas gekocht; vrijuit
|
impávido
|
koelbloedig; onverschrokken
|
koel; koud; onaangebroken; onaangedaan; onaangeroerd; onaangetast; onberoerd; onbewogen; ongebruikt; ongeopend; onverkort
|
intrépido
|
koelbloedig; onversaagd; onverschrokken; zonder vrees
|
beslist; dapper; doortastend; ferm; flink; kordaat; krachtdadig; krachtig; moedig; moreel sterk; standvastig; zonder angst
|
notable
|
dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; befaamd; behoorlijk; beslist; besluitvaardig; danig; deftig; duchtig; eerbiedwekkend; enorm; fier; flink; fors; frappant; geacht; gedecideerd; gedistingeerd; hooggeplaatst; hooggezeten; in het oog lopend; in het oog springend; indrukwekkend; kordaat; majestueus; nobel; noemenswaardig; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; prominent; resoluut; royaal; saillant; statig; stoer; toepasselijk; treffend; trots; vastberaden; vermeldenswaard; vermeldenswaardig; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam; vorstelijk
|
resuelto
|
dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
|
beslist; besluitvaardig; dapper; doelbewust; doortastend; drastisch; ferm; flink; gedecideerd; geheid; kordaat; krachtdadig; krachtig; moedig; moreel sterk; ongetwijfeld; resoluut; standvastig; sterk; vast en zeker; vastberaden; vastbesloten; zeker
|
robusto
|
dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
|
breed; ferm; flink; fors; forse; fysiek sterk; grofgebouwd; intens; intensief; krachtig; massief; met een krachtige uitwerking; potig; robuust; sterk; stevig; stoer; struis; uit de kluiten gewassen; zwaar; zwaargebouwd
|
sin miedo
|
dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; koelbloedig; koen; kranig; manmoedig; moedig; onbeducht; onbevreesd; onversaagd; onverschrokken; onvervaard; stout; stoutmoedig; vermetel; zonder vrees
|
manhaftig; zonder angst
|
sin temor
|
onversaagd; onverschrokken; zonder vrees
|
zonder angst
|