Dutch

Detailed Translations for onvertogen from Dutch to Spanish

onvertogen:


Translation Matrix for onvertogen:

NounRelated TranslationsOther Translations
equivocado verkeerde
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
erróneo ongepast; onkies; onvertogen; verkeerd abusievelijk; ernaast; fout; foutief; mis; mislukt; niet echt; onjuist; onwaar; ten onrechte; vals; verkeerd
ModifierRelated TranslationsOther Translations
crudo ongepast; onkies; onvertogen; verkeerd barbaars; beestachtig; bruut; direct; inhumaan; meedogenloos; monsterlijk; ongekookt; ongezouten; onmenselijk; rauw; week; wreed; zwak
desconsiderado ongepast; onkies; onvertogen; verkeerd brutaal; hondsbrutaal; indiscreet; nietsontziend; onaardig; onberaden; onbesuisd; ondoordacht; onhartelijk; onhebbelijk; onkies; onnadenkend; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwelwillend; vrijpostig
desvergonzado ongepast; onkies; onvertogen; verkeerd aanmatigend; aanstootgevend; aanstotelijk; onbehoorlijk; onbeschaamd; onbeschoft; oneerbaar; onfatsoenlijk; ongegeneerd; ongehoord; onpassend; ontaard; onwelgevoegelijk; onzedelijk; onzedig; respectloos; vlegelachtig
equivocado ongepast; onkies; onvertogen; verkeerd abusievelijk; ernaast; fout; foutief; mis; onjuist; onwaar; ten onrechte; verkeerd
impropio ongepast; onkies; onvertogen; verkeerd abusievelijk; ernaast; fout; foutief; mis; niet goed vallend; onbehoorlijk; onbetamelijk; oneerbaar; oneigenlijk; onfatsoenlijk; ongehoord; ongepast; onjuist; ontaard; onwaar; onwelvoegelijk; onzedelijk; onzedig; ten onrechte; verkeerd
incorrecto ongepast; onkies; onvertogen; verkeerd brutaal; ernaast; fout; foutief; hondsbrutaal; mis; niet echt; onaardig; onbehoorlijk; onbetamelijk; onfatsoenlijk; ongehoord; ongepast; onhartelijk; onhebbelijk; onjuist; onoorbaar; onpassend; ontoelaatbaar; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwaar; onwelgevoegelijk; onwelvoegelijk; onwelwillend; ten onrechte; vals; verkeerd; vrijpostig
indebido ongepast; onkies; onvertogen; verkeerd oneigenlijk
indecente ongepast; onkies; onvertogen; verkeerd aan lager wal; aanstootgevend; aanstotelijk; achterbaks; bedorven; boefachtig; boosaardig; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; obsceen; onbehoorlijk; onbetamelijk; onedel; oneerbaar; onfatsoenlijk; ongehoord; ongepast; onkies; onkuis; onpassend; onrein; ontaard; onwelgevoegelijk; onwelgevoeglijk; onwelvoegelijk; onzedelijk; onzedig; onzindelijk; ploertig; rot; rottig; schandalig; schandelijk; schuin; schurft hebbend; schurftachtig; schurftig; schurkachtig; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; vals; verfoeilijk; vergaan; verlopen; verrot; vies; vlegelachtig; vunzig; zedeloos; zondig
indecoroso ongepast; onkies; onvertogen; verkeerd oneerbaar; ontaard; onwelvoeglijk; onzedelijk; onzedig
indelicado ongepast; onkies; onvertogen; verkeerd indiscreet; onkies
inmoral ongepast; onkies; onvertogen; verkeerd amoreel; bedorven; immoreel; obsceen; oneerbaar; ontaard; onzedelijk; onzedig; rot; rottig; schuin; slecht; vergaan; verrot; vies; vunzig; zedeloos
sin delicadeza ongepast; onkies; onvertogen; verkeerd indiscreet; onkies