Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. oorsprongen:
  2. oorsprong:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for oorsprongen from Dutch to Spanish

oorsprongen:

oorsprongen [de ~] noun, plural

  1. de oorsprongen
    el orígenes

Translation Matrix for oorsprongen:

NounRelated TranslationsOther Translations
orígenes oorsprongen

Related Words for "oorsprongen":


oorsprong:

oorsprong [de ~ (m)] noun

  1. de oorsprong (bakermat)
    el origen; la cuna; la patria
  2. de oorsprong
    el origen

Translation Matrix for oorsprong:

NounRelated TranslationsOther Translations
cuna bakermat; oorsprong bakermat; geboortehuis; geboorteplaats; krib; kribbe; slaapplaats voor baby's; wieg
origen bakermat; oorsprong afkomst; afstamming; bron; bronvoorziening; gegevensbron; gevolg; herkomst; komaf; origine; rivierbron; teweegbrengen; teweegbrenging; veroorzaking
patria bakermat; oorsprong bakermat; geboortehuis; geboorteplaats; heem; thuis

Related Words for "oorsprong":


Wiktionary Translations for oorsprong:

oorsprong
noun
  1. herkomst

Cross Translation:
FromToVia
oorsprong génesis genesis — the origin, start, or point at which something comes into being
oorsprong origen origin — beginning of something
oorsprong origen origin — source of a river, information, goods, etc.
oorsprong origen origin — ancestry
oorsprong origen; descendencia originecommencement.