Dutch
Detailed Translations for overlaten from Dutch to Spanish
overlaten:
Conjugations for overlaten:
o.t.t.
- laat over
- laat over
- laat over
- laten over
- laten over
- laten over
o.v.t.
- liet over
- liet over
- liet over
- lieten over
- lieten over
- lieten over
v.t.t.
- heb over gelaten
- hebt over gelaten
- heeft over gelaten
- hebben over gelaten
- hebben over gelaten
- hebben over gelaten
v.v.t.
- had over gelaten
- had over gelaten
- had over gelaten
- hadden over gelaten
- hadden over gelaten
- hadden over gelaten
o.t.t.t.
- zal overlaten
- zult overlaten
- zal overlaten
- zullen overlaten
- zullen overlaten
- zullen overlaten
o.v.t.t.
- zou overlaten
- zou overlaten
- zou overlaten
- zouden overlaten
- zouden overlaten
- zouden overlaten
en verder
- ben overgelaten
- bent overgelaten
- is overgelaten
- zijn overgelaten
- zijn overgelaten
- zijn overgelaten
diversen
- laat over!
- laat over!
- over gelaten
- overlatend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for overlaten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
dejar | afstappen; afzien van; neerzetten | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
dejar | overlaten | achterlaten; afhaken; aflaten; afvallen; afzeggen; afzetten; afzien van; bevrijden; droppen; ergens loslaten; eruitstappen; heengaan; hooghouden; iemand iets nalaten; in de hoogte houden; in de steek laten; in vrijheid stellen; laten; laten uitstappen; loskrijgen; loslaten; losmaken; lostornen; nalaten; omhooghouden; opgeven; ophouden; permitteren; stoppen; toelaten; tornen; uithalen; uittrekken; van de boeien ontdoen; verlaten; vermaken; veronachtzamen; vertrekken; vrijaf geven; vrijgeven; vrijlaten |