Translate plakje from Dutch to Spanish

Remove Ads

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

plakje:
- rodaja; loncha
plak:
- paquete; bulto; medalla; rodaja; loncha; lonja; tajada; cola de pegar; cola; pegamento; pastilla; tableta; barra de chocolate
Wiktionary:
- plak → rebanada, chirlo

Dutch

Detailed Translations for plakje from Dutch to Spanish

plakje:

plakje [het ~] noun

het plakje (schijfje)
la rodaja; la loncha
- rodaja [la ~] noun
- loncha [la ~] noun

Translation Matrix for plakje:

Noun	Related Translations	Other Translations
loncha	plakje; schijfje	gedenksteen in gevel; gevelsteen; medaille; plak
rodaja	plakje; schijfje	gedenksteen in gevel; gevelsteen; medaille; plak

Related Words for "plakje":

plakjes, plak

plakje form of plak:

plak [de ~] noun

de plak (moot; tranche)
el paquete; el bulto
- paquete [el ~] noun
- bulto [el ~] noun
de plak (medaille)
la medalla; la rodaja; la loncha; la lonja; la tajada
- medalla [la ~] noun
- rodaja [la ~] noun
- loncha [la ~] noun
- lonja [la ~] noun
- tajada [la ~] noun
de plak (lijm; kleefstof; kit; plaksel)
la cola de pegar; la cola; el pegamento
- cola de pegar [la ~] noun
- cola [la ~] noun
- pegamento [el ~] noun
de plak (reep chocolade; staaf; reep; tablet; pastille)
la pastilla; la tableta; la barra de chocolate
- pastilla [la ~] noun
- tableta [la ~] noun
- barra de chocolate [la ~] noun

Translation Matrix for plak:

Noun	Related Translations	Other Translations
barra de chocolate	pastille; plak; reep; reep chocolade; staaf; tablet	chocolade; chocoladereep; reep
bulto	moot; plak; tranche	baal; bobbel; bochel; bolling; buil; bult; gezwel; hobbeling; kneuswond; kneuzing; knobbel; knoest; kwast; letsel; opgezwollen plek; opzetting; pak; pukkel; rugzak; tumor; uitpuiling; uitstulping; zwelling
cola	kit; kleefstof; lijm; plak; plaksel	aaneenschakeling; gelid; reeks; rij; serie; wachtrij
cola de pegar	kit; kleefstof; lijm; plak; plaksel
loncha	medaille; plak	gedenksteen in gevel; gevelsteen; plakje; schijfje
lonja	medaille; plak	auctie; gedenksteen in gevel; gevelsteen; veiling; verkoping; verkoping per opbod
medalla	medaille; plak	gedenkpenning; kenteken; legpenning; merkteken; onderscheidingsteken; ordeteken; penning; speldje
paquete	moot; plak; tranche	allegaartje; baal; bos; buitenkant; bundel; doos; gezichtsmasker; herenkostuum; huls; mengelmoes; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergdoos; pak; pakje; pakket; postpakket; samenraapsel; verpakking
pastilla	pastille; plak; reep; reep chocolade; staaf; tablet	pastille; pil; pilletje; tablet; vast geneesmiddel
pegamento	kit; kleefstof; lijm; plak; plaksel	bar; café; hokje; hol; hol van een dier; kleefmiddel; kleefpasta; knijp; kroeg; leger; lokaliteit; plakmiddel; schuilplaats; tapperij; taveerne
rodaja	medaille; plak	gedenksteen in gevel; gevelsteen; plakje; schijfje
tableta	pastille; plak; reep; reep chocolade; staaf; tablet	pilletje; tablet
tajada	medaille; plak	gedenksteen in gevel; gevelsteen; inkeping; inkerving; keep; kerf

Related Words for "plak":

plakken, plakje

Wiktionary Translations for plak:

Cross Translation:

From	To	Via
• plak	→ rebanada	↔ slice — thin, broad piece cut off
• plak	→ chirlo	↔ balafre — Longue entaille, plaie faite particulièrement au visage.

External Machine Translations:

Remove Ads

Translate plakje from Dutch to Spanish

Detailed Translations for plakje from Dutch to Spanish

plakje:

plakje [het ~] noun

het plakje (schijfje)

Translation Matrix for plakje:

Related Words for "plakje":

plakje form of plak:

plak [de ~] noun

de plak (moot; tranche)

de plak (medaille)

de plak (lijm; kleefstof; kit; plaksel)

de plak (reep chocolade; staaf; reep; tablet; pastille)

Translation Matrix for plak:

Related Words for "plak":

Wiktionary Translations for plak: