Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. pulp:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for pulp from Dutch to Spanish

pulp:

pulp [de ~] noun

  1. de pulp (tot brij gekookte vruchten; moes)
    la compota
  2. de pulp (houtbrij; houtpap)
    la pulpa de madera; la pasta; la pulpa; la pasta de madera

Translation Matrix for pulp:

NounRelated TranslationsOther Translations
compota moes; pulp; tot brij gekookte vruchten compote; dril; moes; puree
pasta houtbrij; houtpap; pulp brij; duit; knoedels; noedels; papje; pasta; poet
pasta de madera houtbrij; houtpap; pulp
pulpa houtbrij; houtpap; pulp vruchtvlees
pulpa de madera houtbrij; houtpap; pulp houtmeel; houtpulp; houtstof

Wiktionary Translations for pulp:

pulp
noun
  1. voeding|nld papachtige brij (weke massa), door vermalen van plantaardig materiaal verkregen