Summary


Dutch

Detailed Translations for schifting from Dutch to Spanish

schifting:

schifting [de ~ (v)] noun

  1. de schifting (filtering)
    el filtrar
  2. de schifting (uitsplitsing; sortering)
    la selección
  3. de schifting (selectie)
    la selección; la colección; la tría; el escogimiento
  4. de schifting (verzuring)
    el aislamiento; la aisladura

Translation Matrix for schifting:

NounRelated TranslationsOther Translations
aisladura schifting; verzuring afscheiding; afzondering; antigeleiding; isolatie; isolator; isolering
aislamiento schifting; verzuring afscheiding; afzondering; antigeleiding; eenzaam gevoel; eenzaamheid; isolatie; isolator; isolering; vereenzaming
colección schifting; selectie accumulatie; allegaartje; assortiment; bundel; collectie; compilatie; gedichtenverzameling; groep van twee of meer; hoop; keur; keuze; koppel; massa; mengelmoes; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapeling; samenraapsel; selectie; sortering; sortiment; span; stapel; stel; verzameling
escogimiento schifting; selectie assortiment; collectie; keur; keuze; sortering; sortiment
filtrar filtering; schifting
selección schifting; selectie; sortering; uitsplitsing accumulatie; assortiment; bloemlezing; collectie; keur; keuze; massa; mogelijkheid om te kiezen; opeenhoping; ophoping; optie; selectie; sortering; sortiment; stel; uitverkoring; verzameling
tría schifting; selectie
VerbRelated TranslationsOther Translations
filtrar afdruipen; doorlekken; doorsijpelen; doorzijgen; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; filteren; filtreren; in straaltjes afdruipen; laten doorsijpelen; percoleren; sijpelen; uitdruppelen; uitfilteren; zeven; ziften

Related Words for "schifting":

  • schiftingen