Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. signaal:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for signaal from Dutch to Spanish

signaal:

signaal [het ~] noun

  1. het signaal (teken)
    la señal; el signo

Translation Matrix for signaal:

NounRelated TranslationsOther Translations
señal signaal; teken aanbetaling; aanwijzing; eigenschap; gebaar; geste; herkenningsteken; indicatie; karakterisering; karakteristiek; kenmerk; sein; symptoom; teken; tip; typering; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
signo signaal; teken bewijs; blijk; gebaar; geste; herkenningsteken; sein; teken; wenk

Related Words for "signaal":

  • signalen, signaaltje

Related Definitions for "signaal":

  1. teken dat je iets moet doen of dat er iets gebeurt1
    • rood licht is het signaal dat je moet stoppen1

Wiktionary Translations for signaal:

signaal
noun
  1. 2,3,4,5,6. vorm van informatie

Cross Translation:
FromToVia
signaal señal signal — indication
signaal señal signal — electric or electromagnetic action that conveys information