Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. sneer:


Dutch

Detailed Translations for sneer from Dutch to Spanish

sneer:

sneer [de ~ (m)] noun

  1. de sneer (grijns; grijnslach)
    el gesto; la mueca; la risilla; la risa sardónica

Translation Matrix for sneer:

NounRelated TranslationsOther Translations
gesto grijns; grijnslach; sneer aanwijzing; blik; gebaar; geste; grijns; grijnslach; grimas; metaal; penbeweging; tin; tip; vingerwenk; vingerwijzing; wenk
mueca grijns; grijnslach; sneer grijns; grijnslach; grimas
risa sardónica grijns; grijnslach; sneer gegrijns; grijns; grijnslach; grimas
risilla grijns; grijnslach; sneer lach

Related Words for "sneer":