Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. speeluur:


Dutch

Detailed Translations for speeluur from Dutch to Spanish

speeluur:

speeluur [het ~] noun

  1. het speeluur
    el recreo; la hora de recreo

Translation Matrix for speeluur:

NounRelated TranslationsOther Translations
hora de recreo speeluur speelduur; speelduur van cd
recreo speeluur lunchtijd; ontspanning; recreatie; rust; rustpauze; rustpoos; rusttijd; speelduur; speelduur van cd; speelkwartier; verpozing; verstrooiing; vrijetijdsbesteding; werkpauze

Related Words for "speeluur":

  • speeluren