Dutch

Detailed Translations for status from Dutch to Spanish

status:

status [de ~ (m)] noun

  1. de status (prestige; aanzien; achtbaarheid)
    el prestigio; la reputación; la respetabilidad
  2. de status
    el estado
  3. de status
    el mantenimiento
  4. de status (betalingsstatus)
  5. de status (beschikbaarheid; online status)
  6. de status (goedkeuringsstatus)

Translation Matrix for status:

NounRelated TranslationsOther Translations
disponibilidad beschikbaarheid; online status; status beschikbaarheid; beschikking
estado beschikbaarheid; betalingsstatus; goedkeuringsstatus; online status; status beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; gesteldheid; heisa; kriterium; land; natie; omstandigheden; omstandigheid; positie; rijk; situatie; staat; toestand; voorwaarde
mantenimiento status behoud; conservatie; gesprek; handhaving; in goede staat houden; instandhouding; interview; onderhoud; ondersteuning; samenspraak; steun; support; verzorging; vraaggesprek
prestigio aanzien; achtbaarheid; prestige; status aanzien; achting; niveau
reputación aanzien; achtbaarheid; prestige; status aanzien; achting; befaamdheid; bekendheid; beroemdheid; faam; naam; niveau; reputatie; roem; roep
respetabilidad aanzien; achtbaarheid; prestige; status achtbaarheid; achtenswaardigheid; betamelijkheid; degelijkheid; deugdelijkheid; deugdzaamheid; eerbaarheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; keurigheid; netheid; onberispelijkheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; ordelijkheid; rondborstigheid; rondheid; welgemanierdheid; welvoeglijkheid
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
estado de aprobación goedkeuringsstatus; status
estado de conexión beschikbaarheid; online status; status
estado de pago betalingsstatus; status

Related Words for "status":

  • statussen