Noun | Related Translations | Other Translations |
fuerte
|
|
citadel; deurslot; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot; sterke kant; sterke zijde
|
justo
|
|
eerlijke; rechtschapene; rechtvaardige
|
poderoso
|
|
gezaghebber; gezagsdrager
|
resistente
|
|
verzetsstrijder
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
enérgico
|
ferm; flink; fysiek sterk; krachtig; sterk; stevig
|
actief; beweeglijk; daadkrachtig; dapper; doortastend; drastisch; dynamisch; energiek; ferm; flink; geanimeerd; gespierd; heftig; intens; intensief; krachtdadig; krachtig; levendig; levenskrachtig; levensvatbaar; met een krachtige uitwerking; moedig; moreel sterk; onbeheerst; onstuimig; sterk; vief; vitaal; vol fut
|
-
|
flink; fors; sterk
|
|
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
justo
|
|
precies goed
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
con firmeza
|
ferm; fiks; flink; stevig
|
dapper; ferm; flink; manhaftig; moedig; moreel sterk; vastbesloten
|
con fuerza
|
ferm; fiks; flink; stevig
|
breed; dapper; ferm; flink; fors; heldhaftig; heroïsch; kloek; manhaftig; moedig; moreel sterk; onverschrokken; stout; stoutmoedig; uit de kluiten gewassen
|
considerable
|
ferm; fiks; flink; stevig
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; beslist; besluitvaardig; betrekkelijk; danig; duchtig; enorm; flink; fors; gedecideerd; kordaat; noemenswaardige; nogal; nogal wat; redelijk; relatief; resoluut; substantieel; tamelijk; tamelijk veel; vastberaden; vrij veel; vrij wat
|
considerablemente
|
ferm; fiks; flink; stevig
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; beslist; besluitvaardig; betrekkelijk; enorm; flink; fors; gedecideerd; kordaat; relatief; resoluut; substantieel; vastberaden
|
conversación difícil
|
hartig; pittig; pittig gesprek; stevig
|
|
difícil
|
hartig; pittig; pittig gesprek; stevig
|
benard; benauwd; bezwaarlijk; delicaat; ernstig; hachelijk; hoofdbrekend; inspannend; kritiek; kritisch; lastig; lastige; met bezwaren; moeilijk; netelig; niet makkelijk; niet schikkend; ongemakkelijk; penibel; precair; problematisch; storend; veeleisend; zorgelijk; zorgwekkend; zwaar
|
duradero
|
ferm; fiks; flink; stevig
|
blijvend; de hele tijd; duurzaam; hecht; langjarig; veeljarig; voortdurend
|
enérgicamente
|
ferm; flink; fysiek sterk; krachtig; sterk; stevig
|
dapper; ferm; flink; moedig; moreel sterk
|
estable
|
stabiel; stevig
|
blijvend; degelijke; duurzaam; duurzame; gelijkblijvend; gelijkmatig; gestaag; hecht; kredietwaardig; solvabel; solvent; waardevast
|
firme
|
ferm; fiks; flink; robuust; solide; stabiel; sterk; stevig; stevig gebouwd
|
beslist; besluitvaardig; breed; degelijke; doortastend; ferm; fors; gedecideerd; geheid; hecht; kordaat; krachtdadig; krachtig; onbuigzaam; ongetwijfeld; onverzettelijk; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; resoluut; standvastig; stijfkoppig; stug; taai; uit de kluiten gewassen; vast en zeker; vastberaden; vastbesloten; vasthoudend; volhardend; zeker
|
firmemente
|
ferm; fiks; flink; stevig
|
|
fisicamente fuerte
|
ferm; flink; fysiek sterk; krachtig; sterk; stevig
|
|
fornido
|
ferm; fiks; flink; fors; potig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd
|
fors; forse; gespierd; grofgebouwd; intens; intensief; krachtig; massief; met een krachtige uitwerking; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd
|
fuerte
|
ferm; fiks; flink; fors; fysiek sterk; krachtig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd
|
bitter teleurgesteld; blijvend; breed; dapper; degelijke; doordringend; duurzaam; duurzame; felle; ferm; flink; fors; grimmig; hard; hardop; heldhaftig; heroïsch; hoog; indringend; intens; intensief; keihard; kloek; krachtig; luid; massief; met een krachtige uitwerking; met hoge snelheid; moedig; moreel sterk; onderdrukt; onverschrokken; opgekropt; pittig; potig; robuust; schel; schel klinkend; scherp; schril; snerpend; stout; stoutmoedig; straf; struis; uit de kluiten gewassen; verbeten; verbitterd; verkropt; zwaar; zwaargebouwd
|
fuertemente
|
ferm; fiks; flink; stevig
|
breed; fors; uit de kluiten gewassen
|
inquebrantable
|
ferm; fiks; flink; stevig
|
bikkelhard; halsstarrig; hardhoofdig; keihard; koppig; onbreekbaar; onbuigzaam; onverzettelijk; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; stijfhoofdig; stijfkoppig; vasthoudend; volhardend
|
irrefutable
|
ferm; fiks; flink; stevig
|
onomstotelijk; ontegenzeggelijk; onwankelbaar; onweerlegbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; vast en zeker; vasthoudend; volhardend
|
justo
|
ferm; fiks; flink; stevig
|
afgepast; billijk; contemplatief; correct; eerlijk; fair; fideel; gegrond; geldig; gepast; gerechtvaardigd; geschikt; gewettigd; goed; juist; keurig; kuis; net; net aan; netjes; openhartig; oprecht; precies; rechtmatig; rechtvaardig; redelijk; rein; rondborstig; schappelijk; schoon; terecht; trouwhartig; valide; wetmatig; wettig
|
musculoso
|
ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd
|
fors; gespierd; intens; intensief; krachtig; massief; met een krachtige uitwerking; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd
|
poderoso
|
ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd
|
fantastisch; formidabel; geweldig; gezichtsbepalend; invloedrijk; prachtig; toonaangevend; vooraanstaand
|
potente
|
ferm; fiks; flink; fysiek sterk; krachtig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd
|
dapper; ferm; flink; intens; intensief; krachtig; mannelijk; met een krachtige uitwerking; moedig; moreel sterk; potent; viriel
|
resistente
|
ferm; fiks; flink; stevig
|
bestand tegen; bestendig; degelijke; opgewassen tegen; volhoudend
|
robusto
|
ferm; flink; fors; fysiek sterk; krachtig; potig; sterk; stevig
|
breed; dapper; flink; fors; forse; grofgebouwd; heldhaftig; heroïsch; intens; intensief; kloek; krachtig; massief; met een krachtige uitwerking; moedig; onverschrokken; potig; robuust; stoer; stout; stoutmoedig; struis; uit de kluiten gewassen; zwaar; zwaargebouwd
|
sólido
|
degelijk; solide; stevig
|
behorende tot de harde kern; betrouwbaar; blijvend; corpulent; degelijk; degelijke; deugdelijk; dik; doortimmerd; doorwrocht; duurzaam; duurzame; fors; gezet; hecht; lijvig; massief; niet hol; potig; robuust; struis; van de harde kern; zwaar; zwaargebouwd; zwaarlijvig
|
vigoroso
|
ferm; fiks; flink; fysiek sterk; krachtig; sterk; stevig
|
bezet; breed; daadkrachtig; dapper; doortastend; drastisch; druk; drukbezet; dynamisch; energiek; ferm; flink; fors; groot; intens; intensief; krachtdadig; krachtig; massief; met een krachtige uitwerking; moedig; moreel sterk; potig; robuust; struis; uit de kluiten gewassen; zwaar; zwaargebouwd
|