Dutch
Detailed Translations for terugkopen from Dutch to Spanish
terugkopen:
-
terugkopen
Conjugations for terugkopen:
o.t.t.
- koop terug
- koopt terug
- koopt terug
- kopen terug
- kopen terug
- kopen terug
o.v.t.
- kocht terug
- kocht terug
- kocht terug
- kochten terug
- kochten terug
- kochten terug
v.t.t.
- heb terugekocht
- hebt terugekocht
- heeft terugekocht
- hebben terugekocht
- hebben terugekocht
- hebben terugekocht
v.v.t.
- had terugekocht
- had terugekocht
- had terugekocht
- hadden terugekocht
- hadden terugekocht
- hadden terugekocht
o.t.t.t.
- zal terugkopen
- zult terugkopen
- zal terugkopen
- zullen terugkopen
- zullen terugkopen
- zullen terugkopen
o.v.t.t.
- zou terugkopen
- zou terugkopen
- zou terugkopen
- zouden terugkopen
- zouden terugkopen
- zouden terugkopen
en verder
- ben terugekocht
- bent terugekocht
- is terugekocht
- zijn terugekocht
- zijn terugekocht
- zijn terugekocht
diversen
- koop terug!
- koopt terug!
- terugekocht
- terugkopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for terugkopen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
comprar de rescate | terugkopen |
Related Words for "terugkopen":
terugkoop:
Translation Matrix for terugkoop:
Noun | Related Translations | Other Translations |
rescate | terugkoop | afkoop; afkoopsom; afkopen; herstelbetaling; indemnisatie; indemniteit; inlossing; loskoping; losprijs; schade-uitkering; schadeloosstelling; schadevergoeding; uitbetalingen bij schade; vergoeding |