Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. tralie:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for tralies from Dutch to Spanish

tralies form of tralie:

tralie [de ~ (v)] noun

  1. de tralie (stijl; spijl)
    la reja; la barra; el barrote; la rejas; la rejería

Translation Matrix for tralie:

NounRelated TranslationsOther Translations
barra spijl; stijl; tralie balk; balkonhek; balustrade; band; bar; boekdeel; buffet; chocolade; chocoladereep; deel; drankbuffet; gelid; geluidsniveau; kuip; reep; rij; spon; staaf; tap; tapkast; tobbe; toog; uitspanning; volume; waskuip; zitstang; zitstok; zitstok om te wandelen
barrote spijl; stijl; tralie afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; stijl van een bed; tournee; traject; weg
reja spijl; stijl; tralie afscheiding; grendels; hek; hekwerk; raster; rastering; rasterwerk; rooster; schutting; traliedeur; traliehek
rejas spijl; stijl; tralie grendels; raster; rastering; rasterwerk; rooster; spijlen; traliewerk; traliën
rejería spijl; stijl; tralie hekwerk; raster; rastering; rasterwerk; rooster; schutting; spijlen; traliewerk; traliën

Related Words for "tralie":

  • tralies, tralietje, tralietjes

Wiktionary Translations for tralie:

tralie
noun
  1. glazen of metalen plaat

Related Translations for tralies